Veel mensen zijn teleurgesteld in de door hen gekozen politici, voelen zich niet gehoord, of zijn hun geloof kwijtgeraakt in de complete 'Haagse elite'. In plaats van hun vertrouwen aan een andere partij te geven, gebruiken ze hun stem om hun ongenoegen te uitten. Een zogenaamde proteststem. Deze geeft geen voorkeur, maar vooral afkeuring weer. Maar als dit protesteren al te veel de overhand krijgt, komt het democratisch proces in gevaar.

Onder een proteststem versta ik een stem die niet de voorkeuren van de kiezer weergeeft, maar die beoogt een 'signaal' te geven; meestal door te stemmen op één van de extremen in het politieke spectrum. Een stem op een partij die jouw ongenoegen goed onder woorden brengt – dus waar je het mee eens bent – of een strategische stem, waarmee je nog steeds een bepaalde uitslag wil bereiken, reken ik hier dus niet onder. Hierbij bepaalt je voorkeur nog steeds je stem.

Er is natuurlijk niet mis met protesteren, maar de proteststem is niet zonder problemen:

  1. De proteststem bestaat niet echt. Het is een gewone stem op een van de kandidaten, net als alle andere stemmen. De stem kan bij de telling alleen maar worden geïnterpreteerd als je voorkeur.

  2. Als je je stem gebruikt om een 'signaal' te geven, verlies je de mogelijkheid om je werkelijke voorkeuren duidelijk maken. Het kost de proteststemmer dus iets en we zouden nog steeds graag weten wat hij wél wil.

  3. Het signaal is onduidelijk: als het al als protest wordt begrepen, dan is nog steeds onduidelijk waar het protest precies tegen is.

De proteststemmer heeft geen slechte bedoelingen – hij wil de zittende macht in beweging krijgen – maar we hoeven hem niet te ontslaan van zijn verantwoordelijkheid. Een kiezer werkelijk serieus nemen, is zijn keuze serieus nemen; hij heeft ook ergens vóór gestemd. Hier mag je hem nog steeds op aanspreken.

Een groter probleem is dat proteststemmen de democratie ondermijnen, want hoe meer proteststemmen, hoe minder de uitslag de wil van het volk weerspiegelt en hoe minder mensen zich met hun volksvertegenwoordigers en het gekozen beleid kunnen identificeren. De onvrede zal hierdoor alleen maar toenemen. Het aantal proteststemmen dus ook. Het paradoxale van de proteststem is dus dat deze zichzelf weer opnieuw veroorzaakt.