Het gedrag van (moslim)migranten strookt volgens velen niet met eeuwenoude Nederlandse normen en waarden als homorechten en vrouwenrechten. Een vergissing, stelt hoogleraar Sociologie Jan Willem Duyvendak. Die rechten zijn pas heel recent gemeengoed geworden, en dan met name als instrument voor populisten.

Politie, veiligheid, controle van burgers, omgang met terroristische dreiging. Op dergelijke thema's zijn alle politieke partijen in Nederland de laatste jaren naar rechts opgeschoven. Daarmee is echter niet de hele politiek verrechtst, zoals wel eens beweerd wordt. Bij meer morele vraagstukken, die van oudsher met links werden geassocieerd, zien we een tegengestelde beweging. Bij vraagstukken als abortus, seksualiteit, gender en in bepaalde mate ook euthanasie, is het hele spectrum naar links opgeschoven.

Links en rechts zijn dus nog steeds handig in het bepalen van de oriëntatie van een politieke partij, maar het is belangrijk te weten dat er combinaties mogelijk zijn. Partijen kunnen én rechts én progressief zijn. Dat zie je bijvoorbeeld bij het schermen met homo- en vrouwenrechten, die breed gedragen worden in de Nederlandse politiek. Alle partijen, tot ongeveer halverwege de Christen Unie, verdedigen deze rechten. De consensus over deze thema's is relatief recent en verrassend. Pas de afgelopen vijftien jaar zijn het breed gedeelde en zelfs populistische thema's geworden.

Voor iemand als Hans Janmaat speelden die rechten nog helemaal niet. Met Pim Fortuyn, zelf homo, werden ze onderdeel van het debat. Homo- en vrouwenrechten werden ingebracht in de discussie over multiculturele samenleving en de politieke islam: niet als universele mensenrechten maar als 'typisch Nederlands'. Om zo een onderscheid te maken met mensen die niet 'typisch Nederlands' zijn: migranten.

De tekst gaat verder onder de foto.

Vluchtelingen komen aan bij een opvangkamp in de Servische grensplaats Presevo. (Foto: ANP, Arie Kievit)

Vanuit de gedachte: 'De vijand van mijn vijand is mijn vriend', werden homo- en vrouwenrechten ingezet om Nederlanderschap te definiëren. Tegelijk is er een hang naar rechts, naar autoritarisme te zien: de waarden worden namelijk dwingend opgelegd, ze worden de progressieve stok waarmee migranten geslagen kunnen worden. Ook dat werd 'typisch Nederlands'.

Sociologisch is het interessant dat de achterban van populistische partijen de afgelopen vijftien jaar in de waarden is gaan geloven. Homo- en vrouwenrechten werden 'ononderhandelbaar', althans in woorden (in daden valt de homo- en vrouwvriendelijkheid nog niet altijd mee). In die zin zou je kunnen zeggen dat populisten een emancipatiefunctie hebben gehad voor hun eigen achterban.

Tegelijk zie je dat die hang naar autoritarisme zorgt voor uitsluiting. Het feit dat iedereen die - van oudsher linkse - waarden moét omarmen, maakt dat veel moslims, maar ook orthodoxe christenen het gevoel hebben dat ze geen enkele ruimte krijgen en bovendien als niet-Nederlands (meer) worden bezien.

meer weten?

Dit stuk kwam tot stand in gesprek met hoogleraar sociologie Jan Willem Duyvendak (Universiteit van Amsterdam), auteur van onder andere The Culturalization of Citizenship. Belonging and Polarization in a Globalizing World.