Als kind was ik een wandelende ramp voor mijn ouders. Hyperactief als ik was, liep ik alle kanten op en was nauwelijks te houden. Een belangrijk gevaar was water: elke sloot, rivier of plas had een ongelooflijke aantrekkingskracht op me.

Ik ging regelmatig te water. Zodra ik oud genoeg was voor zwemles, stuurden mijn ouders me er zonder dralen heen. Piepjong haalde ik dan ook mijn zwemdiploma's en konden mijn ouders iets rustiger ademhalen als ze met me op pad gingen.

Een zwemdiploma is nogal overzichtelijk: je moet een lijstje vaardigheden laten zien, die ervoor zorgen dat je niet verzuipt als je onverhoopt te water raakt. Nu ik al talloze jaren zo'n diploma op zak heb, kan ik het nog steeds.

Om te overleven stelt het vloeibare tijdperk waar de recent overleden Zygmunt Bauman veel over schreef echter andere eisen aan individuen dan de sloot en het zwembad aan een hyperactieve peuter. Omdat alles om ons heen zo snel verandert, staat omgaan met verandering hoog op het lijstje.

Een woord dat in dat kader opduikt, is Bildung, waarmee meestal 'innerlijke ontwikkeling' of 'algemene ontwikkeling' wordt bedoeld. Het moet bijdragen aan het vermogen van leerlingen om hun concrete kennis en vaardigheden in het juiste perspectief te kunnen plaatsen. Het begrip werd gebruikt door Wilhelm von Humboldt en wordt in het Nederlands meestal onvertaald gelaten. Volgens Humboldt gaan kennis, moreel oordeel en kritisch denken hand in hand en moet Bildung jonge mensen wapenen voor de toekomst.

Allerlei hedendaagse pleidooien voor Bildung in het onderwijs (waaronder van minister Bussemaker) wijzen erop dat het begrip nog altijd actueel is, als tegengeluid tegen een maatschappij die ons met het onderwijssysteem en de economie zo graag in hokjes duwt.

Waarschijnlijk is het juist in de vloeibare samenleving een goed idee om het helemaal om te draaien: eerst komen de grote raadsels van het leven, waarbij de lerende vervolgens zelf de hindernissen tegenkomt waar hij of zij (met de nodige begeleiding) overheen moet. Praktische vaardigheden zoals rekenen en taal zijn dan ondergeschikt aan het bereiken van het doel: leren hoe je problemen kunt oplossen die je tijdens je leven tegenkomt.

Als je een school inricht volgens die gedachte, is er nog steeds werk voor professionals die er goed in zijn om jonge mensen wegwijs te maken in taal en sommen; het ligt alleen niet meer voor de hand dat die vaardigheden zijn ondergebracht in de vakken taal en rekenen, of Nederlands en wiskunde, te geven van 10.10 tot 11.00 uur, en volgende week een toets.

Kom dus maar door met die zwembandjes.

Zygmunt Bauman (1925-2017) was een Poolse socioloog en filosoof. Hij hield zich voornamelijk bezig met het fragmentarische karakter van het moderne leven, globalisering, consumentisme en de Holocaust. Hij is bekend van het idee dat wij in een vloeibaar tijdperk leven, dat van ons vereist dat we flexibel zijn en op elk moment onze strategie voor werken, wonen en relaties kunnen aanpassen.

Wilhelm van Humboldt (1767-1835) was een Duitse taalwetenschapper, filosoof en staatsman. Hij vond dat onderwijs de mens als geheel moest vormen en zich daarom niet alleen moest richten op specialisatie of algemene kennis.