'Droom groot!' vertellen we onze kinderen. 'Wat wil je later worden?', vragen we ze op school. 'Zeg het maar, en pak je kans.' Ik koester dit gelijkheidsdenken, de liefde voor wilde dromen. Maar werkt dit misschien averechts doordat het ons - en onze kinderen - feitelijk leugens voorschotelt?

Kinderen moeten hun ambities niet beperken door wat zij om zich heen zien. Ook al woon je in wat dezer dagen een achterstandswijk heet, heb je misschien wel de kwaliteiten om topsportster, premier of een gevierde muzikant te worden. Hoe naar als je je ambities beperkt omdat je er niet in gelooft, of denkt dat de universiteit, de topsport, of de grote zakenwereld toch niet voor jou zijn weggelegd.

Daarom prenten we onze kinderen in dat zij kunnen bereiken wat zij willen als zij er maar genoeg voor vechten en hun best doen.

Het venijnige aan deze insteek? Negen van de tien kinderen gaat het natuurlijk niet lukken om bij Ajax of Feyenoord te voetballen, veel geld te verdienen of een befaamde acteur te worden. Grote kans dat zij het milieu van hun ouders niet ontstijgen. (Disclaimer: ik besef dat ik me door mijn eigen bevoorrechte maatschappelijke positie op dit vlak geen zorgen om de toekomst van mijn kroost hoef te maken.)

De tekst gaat verder onder de foto.

Deels is dat succes een kwestie van talent. Maar, in tegenstelling tot de aanmoedigende slogans maakt jouw achtergrond natuurlijk wel uit. Hebben jouw ouders de juiste connecties? Heb jij het 'culturele kapitaal', zoals de Franse socioloog Pierre Bourdieu het geheel van juiste smaak, manieren en diploma's noemde, om door te breken? De ladder naar boven is krap en druk, en als het niet op alle fronten meezit, haal je de top waarschijnlijk niet - hoezeer je je ook uitslooft.

Ongelijkheid - ook in kansen en maatschappelijke status - is niet per toeval in de maatschappij verdeeld, maar is direct gekoppeld aan jouw achtergrond. Maar als jou is bijgebracht dat jij zelf de zwakste schakel bent, leg je de schuld voor je falen gauw bij jezelf. Een bewustzijn dat je te maken hebt met maatschappelijke structuren die jou tegenhouden, kan in dat klimaat niet groeien. De gelijkheidsideologie werkt als rem op collectieve en politieke actie om structuren aan te pakken die zorgen dat de meeste dubbeltjes inderdaad geen kwartjes worden.

Stel je voor dat een leerkracht op een school in een arme wijk zou verkondigen: 'Maakt niet uit hoe goed jullie je best doen, een groot deel van jullie zal het toch niet verder schoppen dan het vmbo.' Niet bepaald motiverend, dat geef ik toe. Maar dan gaat hij verder. 'Als jullie daar geen genoegen mee willen nemen, moeten jullie het zoeken in onze politieke en maatschappelijke structuren. Die verkennen, en daar iets aan doen.'

Dat klinkt als propaganda, en oproep tot klassenstrijd. Maar is dat niet eerlijker dan 'kansarme' kinderen de illusie te geven dat zij hun lot in eigen handen hebben? Met die laatste zet demp je juist een collectief bewustzijn dat de eerste stap kan zijn naar een collectieve aanpak van hun plek onderaan de maatschappij.