Ieder jaar kijk ik weer meer uit naar kerst. Ik weet niet goed wat het is. Ik wil de boom, de gezelligheid, maar als ik me probeer voor te stellen wat ik dan moet doen, of moet voelen, als het Kerstmis is? Geen idee.


Het komt door de films, denk ik, door de honderden nieuwe liedjes, elk jaar weer, door de reclames op televisie, door de winterverhalenbundels in de boekhandel: ik ben op zoek naar een gevoel dat ik eigenlijk nooit heb gevoeld, maar alleen op het scherm heb gezien of op mijn koptelefoon heb gehoord. Als het erop aankomt, is kerst in mijn familie vooral een etentje, wat bijkletsen, en daarop allemaal weer naar huis. Heel gezellig, maar het komt niet in de buurt van the most wonderful time of the year. En toch, al in de laatste dagen van november zet ik de kerstmuziek aan.

Wie in december Spotify opent, ontkomt niet aan Spotify Wrapped: het eindejaarslijstje dat de streamingdienst zelf voor je in elkaar zet, gebaseerd op alle liedjes die je het afgelopen jaar hebt geluisterd. Het is tijd om te reflecteren, niet alleen op je persoonlijke groei of je vriendschappen, maar blijkbaar ook op de muziek die je luisterde tijdens het afwassen, hardlopen en doortikken. Enigszins van mezelf vervreemd kijk ik naar de diashow, met een soundtrack van Carly Rae Jepsen en Soleá Morente. Moet dit iets over mij blootleggen?

De mooiste dingen kun je geen 23 uur lang beluisteren, omdat ze pijn doen, ongemakkelijk in het gehoor liggen, of ingewikkelde herinneringen bovenhalen.

De teksten die Spotify voorschotelt zijn voor alle gebruikers hetzelfde. Ze vertellen me dat ik een uniek persoon ben met een heel eigen geluid. Ik heb honderden genres beluisterd (ik had geen idee dat er zoveel genres bestonden) en maar liefst vijf mensen beïnvloed met mijn 'zorgvuldig gecureerde' afspeellijsten. Mijn meest beluisterde artiest is Bad Bunny. Dat was wereldwijd ook de meest beluisterde artiest. Tot zover mijn hoogstpersoonlijke, verfijnde smaak.

We willen ons gezien en gekend voelen, naar dat schermpje kijken en zeggen: kijk, zo voelt een geslaagde Kerstmis. Kijk, dat is veiligheid en nabijheid. Kijk, zo zag mijn jaar eruit. Maar is dit ook hoe mijn jaar eruitzag? Ik bedoel dit nog niet eens op de feitelijke manier (Spotify blijkt zich bij het jaaroverzicht alleen te baseren op data van 1 januari t/m 31 oktober, de laatste twee maanden tellen niet mee). Ik bedoel: is dit echt hoe het jaar klonk?

'Data gedijen bij actie,' schrijft Miriam Rasch in haar boek Frictie; ethiek in tijden van dataïsme, dat dit jaar uitkwam. Zodra je in beweging komt, beginnen de apparaten te zoemen, leggen vast waar je je naartoe beweegt, op de kaart, of op het internet. Het is geen toeval dat de liedjes uit mijn hardloop-playlist zonder uitzondering hoger scoren in mijn hoogstpersoonlijke top-100 dan de liedjes die ik zelf aan dit jaar verbind: muziek die op de achtergrond achteloos door kan lopen, draai ik vaker dan de muziek die iets van me vraagt, die me stil doet staan.

Misschien is het niets. Ik bedoel, misschien is het 'niets' precies wat ontbreekt: misschien was in een jaar als het afgelopen jaar de dingen die we niet hebben gedaan wel het belangrijkst. De reizen die we niet hebben gemaakt, de avonturen die we niet hebben beleefd, de afterparties die niet zijn gehouden, de mensen die we niet hebben omhelsd, de stoelen aan de eettafel die leeg blijven: niets daarvan is te herleiden uit de data die we achterlaten wanneer we in beweging zijn.

De mooiste dingen kun je geen 23 uur lang beluisteren, omdat ze pijn doen, ongemakkelijk in het gehoor liggen, of ingewikkelde herinneringen bovenhalen. Canción sin miedo, een van de mooiste en indrukwekkende liedjes van het afgelopen jaar, is een ode aan en klaagzang voor de slachtoffers van femicide. Het is me nog niet gelukt dit lied te horen zonder ervan te huilen, maar ik zal het niet meer dan twintiger keer geluisterd hebben. In mijn top 100 komt het niet voor.

Hoe vat je 2020 samen? Is het een lange aaneenschakeling gewandelde rondjes door de wijk, afgezegde plannen, vermoeiende Zoomgesprekken ('Ik hoor je niet, kun je mij nog horen?'), gebakken broden en afgevinkte tv-series? Of zijn het juist de gebeurtenissen die zich dit jaar maar een enkele keer voordeden, en die daardoor gewicht kregen, invloed op me hadden en me, op een kleine maar onmiskenbare manier, hebben veranderd?

Het lijkt er soms op dat alles in data gevat kan worden. Maar er valt altijd iets buiten de gegevens, beschrijft Rasch:

'Tegenover de Totale Dataficatie staat de materiële, fysieke wereld die zich steeds opnieuw opdringt, dat wat over- en achterblijft als je probeert de veelheid van de werkelijkheid terug te brengen tot een gemene deler, dat waarmee je onder komt te zitten zodra je het netjes in hokjes probeert te duwen – het surplus.'

Al is de boom opgetuigd, het kerstonbijt klaargezet en al hebben we onszelf mooi gemaakt voor dit moment, er is iets wat zich niet laat regisseren. Het kan een gevoel zijn, maar vaker is het precies wat Rasch beschrijft: iets dat onbenoemd blijft en juist daardoor essentieel is voor het doorleefde leven. Het past niet in een plaatje, en al helemaal niet in een algoritmisch verhaal. Daar is het te groot en doorzichtig voor.