Ketamine en MDMA als geneesmiddel. Als het aan psychiaters ligt, wordt dat binnenkort mogelijk. Patiënten bij wie gewone therapie niet werkt, kunnen namelijk veel baat hebben bij psychedelica, denkt ook psychiater Heval Özgen. “Juist voor patiënten uit gemarginaliseerde groepen kan dit heel veel opleveren.”

In Nederland zijn er 300.000 tot 450.000 patiënten die een zogenoemde therapieresistente psychiatrische stoornis hebben. Reguliere behandelingen hebben bij hen geen effect. “Dat is voor mij frustrerend, want ik ben arts geworden om mensen te helpen,” vertelt psychiater Heval Özgen. “Toen ik las over onderzoek naar de toepassing MDMA en ketamine in de psychiatrie, was dat echt een eye-opener.”

Op dit moment wordt veel onderzoek gedaan naar de toepassing van psychedelica in de psychiatrie en de resultaten zijn veelbelovend. De FDA, de autoriteit die in de VS bepaalt welke medicatie mag worden voorgeschreven, zal de komende jaren waarschijnlijk de medische toepassing van MDMA bij de behandeling van PTSS (posttraumatische stressstoornis) legaliseren. Toch is er nog altijd veel weerstand, merkte Özgen toen ze beurzen aanvroeg om zelf onderzoek te doen. Daarom ondertekende ze begin dit jaar het Manifest Therapeutisch Gebruik van Psychedelica, waarin psychiaters, psychologen en onderzoekers pleiten voor meer onderzoek naar psychedelica-ondersteunde therapie en een verantwoorde implementatie ervan.

"Onderzoek laat zien dat je pas kunt genezen, als je kunt praten. Maar je gaat niet zomaar vertellen over je verkrachting, of over je vader die in een oorlog is vermoord."

Heval Özgen
“Je gaat niet zomaar vertellen over je verkrachting”

Er zijn verschillende stoffen die toegepast kunnen worden in de psychiatrie, zoals psilocybine (de werkzame stof in paddo’s), ketamine en MDMA (de grondstof voor xtc). Allemaal brengen ze je in een veranderde staat van bewustzijn, maar hoe ze worden gebruikt, verschilt.

“Studies naar ketamine, zoals die van Robert Schoevers van het UMCG, laten zien dat ketamine mensen kan helpen die een therapieresistente en chronische depressie hebben,” vertelt Özgen. Ook is er onderzoek gedaan naar ketamine en alcoholverslaving, een van de meest voorkomende ­psychiatrische stoornissen, volgens Özgen, ook al erkennen we dat niet. Het lijkt misschien gek om ketamine aan een verslaafde te geven, maar het werkt op een heel ander niveau in het brein, legt ze uit. Het zorgt er namelijk voor dat het verlangen naar alcohol afneemt.

Voor patiënten met een posttraumatische stressstoornis kan MDMA helpen. Het middel zorgt ervoor dat je tijdens therapie, en vaak nog daarna, opener wordt, waardoor je ook makkelijker over trauma’s kunt praten. “Onderzoek laat zien dat je pas kunt genezen, als je kunt praten. Maar je gaat niet zomaar vertellen over je verkrachting, of over je vader die in een oorlog is vermoord. Soms lukt het mensen na jaren therapie nog steeds niet om bij hun angsten te komen, terwijl ze er met MDMA wel over kunnen praten zonder bang te worden. Het zorgt er ook voor dat je veel sneller een vertrouwensband opbouwt met de therapeut.”

Tijdens haar training sprak Özgen bijvoorbeeld met een Amerikaanse veteraan, die zwaar getraumatiseerd was geraakt door de oorlog waarin hij had gevochten. “Er was geen zachtheid meer in hem te bekennen, hij was suïcidaal. Zijn behandeling met MDMA heeft hem echt veranderd: hij was als het ware herboren, was gaan schilderen en kon weer van zichzelf houden.”

LSD in het park

Het gebruik van psychedelica voor psychiatrische patiënten is niet nieuw. In de jaren 50, 60 en 70 werd er volop mee geëxperimenteerd, vooral met LSD, totdat het in de jaren 70 verboden werd. Nu gaat het er wel anders aan toe, vertelt Özgen. “Timothy Leary, een psychiater aan Harvard (en een bekende voorstander voor psychedelische drugs, red.), ging het park in om LSD uit te delen aan het publiek. Daar ben ik natuurlijk tegen, want het is onveilig en het schopt je hele onderzoek in de war. Psychedelische middelen brengen mensen in een heel kwetsbare staat. Dat kan heel effectief zijn voor therapie, maar misbruik ligt op de loer. Daarom moeten we voorzichtig omgaan met deze middelen.”

Tegenwoordig moet je eerst een training doen voordat je psychedelica in je spreekkamer mag gebruiken. En dan enkel in een onderzoekssetting, want in Nederland is alleen esketamine nog maar toegestaan in behandelingen. Zelf heeft Özgen de training inmiddels afgerond en wacht ze op het moment dat haar onderzoek wordt goedgekeurd. Ondanks die grote zorgvuldigheid, komt er wel een gevaar uit andere hoek: de commercie. Er zijn veel private partijen die onderzoek wel willen financieren en grote bedrijven die geld willen gaan verdienen aan psychedelica. Commercialisering zie je ook in de accreditatietrainingen. “Dan is er opeens een diëtist die geld betaalt voor zo’n training en psychedelica-behandelaar wordt. Geen goed idee.”

Mihri Heval Özgen is psychiater bij Parnassia Groep en universitair docent bij Curium (LUMC). Ze studeerde geneeskunde in Turkije en Nederland en promoveerde aan de Universiteit Utrecht op de genetica van autisme. In haar huidige onderzoek richt ze zich op trauma, stress en verslaving en op de toepassing van psychedelica in de psychiatrie. Özgen is onderzoekscoördinator van de interculturele psychiatrische afdeling bij Parnassia Groep en bestuurslid van de Afdeling Transculturele Therapie van de Nederlandse Vereniging voor Pscyhiatrie (NvVP).

“Van een avondje dansen met MDMA word je niet beter”

MDMA en ketamine zijn in het uitgaansleven natuurlijk al lang mainstream. Maar dat recreatieve gebruik is echt iets anders dan de medische toepassing, benadrukt Özgen. Het is belangrijk dat psychedelica onderdeel zijn van een therapiesessie met een getrainde therapeut. “Het is niet zo dat je MDMA neemt en na een avondje dansen beter bent. Wij spreken ook wel van het belang van set and setting: een veilige ruimte, het liefst met twee therapeuten erbij, met een goede voorbereiding vooraf en integratie van de inzichten na afloop. MDMA wordt tijdens therapie ook anders ervaren dan bij recreatief gebruik, omdat het gericht is op therapeutische processen.”

Gemarginaliseerde groepen

Voor nu is het vooral belangrijk dat er meer onderzoek komt, want er is heel veel dat we nog niet weten over een verantwoorde toepassing van psychedelica, merkt Özgen op. Zelf richt ze zich daarbij, met haar achtergrond in transculturele therapie, vooral op gemarginaliseerde groepen. “We weten bijvoorbeeld dat MDMA werkt voor specifieke groepen; in de VS wordt het voorgeschreven aan mensen met PTSS, zoals brandweermannen of veteranen. Maar hoe zit het met minderheden, zoals migranten en transmensen? Hoe werkt het voor hen? Daar is nog heel weinig onderzoek naar gedaan, terwijl ik denk dat zij er het meeste baat bij kunnen hebben.” Mensen uit gemarginaliseerde gemeenschappen krijgen immers vaak te maken met trauma (bijvoorbeeld door een vluchtervaring), hebben te kampen met micro-agressies en worden vaak buiten de maatschappij geplaatst. “Als je last hebt van uitsluiting, kan dat leiden tot psychische klachten en psychiatrische problemen. Juist deze mensen hebben dit soort behandelingen het hardste nodig.”