We leven in een tijd van overvloed, volgens Stanford-psychiater Anna Lembke (bekend van de documentaire The Social Dilemma). Van drugs tot gokken en van eten tot social media: overal om ons heen zijn prikkels die ons continu dopamineshots geven. Dat geeft misschien een lekker gevoel, het doet ons geen goed. 'De wereldwijde toename van depressie, angst en zelfdoding, komt doordat we de beloningspaden in ons brein bombarderen met feelgooddrugs en -gedrag.' Op het Brainwash Festival sprak Norman Vladimir met Anna Lembke over haar nieuwe boek Dopamine Nation, en hierna volgt een ingekorte weergave van dat interview.

Om bij het begin te beginnen: wat is dopamine precies en waarom is het zo gevaarlijk?

'Dopamine is een stofje dat we aanmaken in ons brein. Het is heel belangrijk voor motivatie, beloning en plezier en wordt ook geassocieerd met beweging. Dat deel van het brein reguleert niet alleen plezier, maar ook pijn. Stel het je voor als een wip die in balans moet blijven. Als we iets doen wat voldoening geeft, dan helt de wip over naar de kant van plezier en krijgen we een beetje dopamine. Maar het brein zal de balans willen herstellen, naar de zogenaamde homeostasis. Als ons dopamineniveau te hoog wordt, verlaagt het brein daarom de dopamineproductie en -transmissie. Dat brengt het niveau niet terug naar de basislijn, maar naar een nog lager niveau: er ontstaat een dopaminetekort. Alsof er gremlins op de pijnkant van de wip springen om de balans te herstellen. Die gremlins vinden het daar alleen zo fijn dat de wip doorslaat naar de pijnkant. Dat is de kater, het na-effect.'

De wereldwijde toename van depressie, angst en zelfdoding, komt doordat de beloningspaden in ons brein gebombardeerd worden door feelgooddrugs en -gedrag.

'Als we de beloningspaden in ons brein maar blijven bombarderen met feelgoodmiddelen en -gedrag, dan krijgen we een chronisch dopaminetekort. Dat is een staat die vergelijkbaar is met klinische depressie. Het betekent dat we onze 'drugs' (of dat nou alcohol is, of onze smartphone) niet alleen nodig hebben om ons goed te voelen, maar ook om onze balans te herstellen en ons gewoon normaal te voelen. Als we onze drugs niet gebruiken, dan ervaren we universele ontwenningsverschijnselen, zoals irritatie, slapeloosheid en depressie. Onze interesses versmallen zich net zo lang tot we alleen nog maar van dat ene middel kunnen genieten.'

'Vanuit evolutionair perspectief is het hartstikke logisch dat de natuur ons heeft ontworpen voor een wereld waarin alles schaars is en er altijd gevaar is. Waarin we verzamelaars moesten zijn om te overleven en nooit tevreden moesten zijn met wat we hadden. Het probleem is dat onze primitieve bedrading niet past bij ons moderne ecosysteem.'

Dat moderne ecosysteem wordt gekenmerkt door overvloed. Wat bedoel je daar precies mee?

'We hebben een omslagpunt in de geschiedenis van ons bestaan bereikt: voor het eerst zijn al onze eerste levensbehoeften vervuld. Er zijn nu meer mensen die strijden tegen overgewicht dan tegen ondergewicht. Als je kijkt naar sterfgevallen wereldwijd, dan is zeventig procent te herleiden tot reduceerbare risicofactoren, zoals dieet, gebrek aan beweging en roken. Daarnaast hebben we technologie ontwikkeld waarmee we bijna eindeloze toegang hebben tot verslavende drugs en gedragingen. De smartphone is als een injectienaald die digitale dopamine toedient aan een generatie die altijd verbonden is.'

Anna Lembke in gesprek met Norman Vladimir

In hoeverre bepaalt je sociaaleconomische achtergrond je risico om verslaafd te raken?

'Risicofactoren kunnen worden onderverdeeld in nature, nurture en neighborhood. Nature is het genetische risico, dat is ongeveer vijftig procent. Nurture gaat over de omgeving waarin we opgroeien. Neighborhood gaat over de toegang die je hebt tot verslavende middelen, een belangrijke factor in de ontwikkeling van verslaving. Als je in een buurt woont waar drugs op elke straathoek te krijgen zijn, dan heb je een hogere kans om verslaafd te raken. Of als je een dokter bent die zelf recepten kan uitschrijven voor verslavende medicatie. Hoewel mensen die laag op de sociaaleconomische ladder staan een hoger risico hebben, is niemand immuun voor verslaving.'

Zelf heb je ook geworsteld met verslaving, schrijf je in Dopamine Nation.

'Ja, aan Bouqetreeks-romans. Vergeleken met de verslavingen van mijn patiënten is dat natuurlijk triviaal, maar ik trek de parallel om te laten zien dat er een continuüm bestaat tussen zware verslaving en de verslavingen waar we in deze moderne tijd allemaal mee te maken krijgen. Wat er bij mij gebeurde met die romans is heel vergelijkbaar met wat zwaar verslaafden beschrijven. Ik begon met de Twilight-saga, een heerlijke vlucht in de fantasie. Maar hoe meer ik las, hoe meer ik nodig had. Ik ging steeds meer erotische verhalen lezen en mijn focus werd heel smal. Ik had minder belangstelling om andere dingen te lezen, had minder interesse in mijn man, mijn kinderen en mijn ouders. Er was zelfs een tijd dat ik die romans las tijdens werk, tussen patiënten door. Ik herkende het niet als verslaving, totdat ik 's nachts wakker bleef om Bouquetreeks-romans te lezen. Dat ik een Kindle had, maakte het alleen maar erger, want zo kon ik almaar door blijven lezen. Bovendien kent Amazon, zoals elke goede drugsdealer, de kracht van gratis samples.'

Gebruiken we drugs, in brede zin, als medicijn om onze pijn te verzachten?

'Ik betoog juist dat het de drugs zelf zijn die pijn en lijden veroorzaken. Op het moment voelt het alsof drugs ons lijden verzachten en geven ze ons ook echt een goed gevoel. Maar eigenlijk gebeurt er iets anders. Alles wat we tot ons nemen heeft onze plezier-pijn-balans laten doorslaan naar de pijnkant, om die enorme hoeveelheid dopamine te kunnen reguleren. Het voelt alsof we die middelen gebruiken als een medicijn, maar eigenlijk proberen we alleen maar de balans te herstellen.'

Wat kunnen we doen om onze dopaminebalans te herstellen?

'Ik denk dat we in deze tijd veel kunnen leren van de manier waarop mensen omgaan met verslaving en herstel. Dat vind ik hoopvol. Een van de belangrijkste veranderingen in mijn praktijk is dat ik patiënten niet meteen antidepressiva meer voorschrijf of psychotherapie laat volgen, maar hen eerst aanraad om dertig dagen lang te stoppen met gamen, drinken, blowen, of social media. Dertig dagen is de tijd die nodig is om je dopamine weer op het basisniveau te krijgen.'

'De laatste jaren heb ik steeds meer jonge mensen in mijn praktijk die depressief of angstig zijn en die pijn hebben zonder duidelijk aanwijsbare reden. Ze hebben geweldige ouders, een goede opleiding, ze hebben alles wat je maar kunt wensen. Wat is er met hen aan de hand? Volgens mij lijden ze aan een teveel aan dopamine. Wanneer ze een maand lang stoppen met hun 'drug', komt tachtig procent terug met minder last van depressie en angsten. Ze zijn altijd verbaasd over het effect.'

Wiens verantwoordelijkheid is het om te zorgen dat we gaan matigen? Moeten we meer zelfbeheersing hebben, of moet een andere entiteit de toegang tot allerlei soorten drugs reguleren?

'Ik denk dat het allebei belangrijk is. Mijn boek gaat over wat we op individueel niveau kunnen doen: begin met vasten van dopamine en zorg dat je een barrière opwerpt tussen jezelf en jouw drug, zowel cognitief als fysiek. Maar ik denk ook dat andere entiteiten, zoals overheden, bedrijven en scholen, ons moeten helpen om onze consumptie te matigen.'

'Een voorbeeld is de Drooglegging in Amerika in de jaren 20 en 30, waarbij alcohol verboden werd. Veel mensen zien dat als een kolossale mislukking, omdat er een grote zwarte markt ontstond. Maar het was een groot succes voor de volksgezondheid: leveraandoeningen als gevolg van alcoholgebruik daalden met vijftig procent, nog tot decennia later. Dit is geen maatregel die ik zou aanmoedigen, maar het laat wel goed zien dat de schade van drugs enorm beperkt kan worden als mensen er geen toegang toe hebben. We hebben hulp nodig, want we worden gebombardeerd met prikkels.'