Goed in je vel zitten vind ik een prachtige omschrijving voor een gezonde combinatie tussen lichaam en geest – eigenlijk tussen voelen en denken. Dat heb je voor een flink stuk te danken aan de interactie met je ouders, maar de uitbouw van je identiteit en de daarin besloten afstemming op je lichaam gebeurt natuurlijk ook buiten het gezin. Toch zien we dat het lichaam in onze moderne maatschappij steeds vaker te veel onder druk wordt gezet, met grote gevolgen voor je welzijn.
Heel vroeg in de ontwikkeling komen er andere figuren naar wie je als kind opkijkt, en van wie je beelden en woorden overneemt. Dat hoeven zelfs geen figuren van vlees en bloed te zijn: je neemt beelden en woorden over die de ruimere buitenwereld je aanreikt of opdringt. Daar is ook de digitale wereld bijgekomen, die je voortdurend aan een beeldenbombardement blootstelt. Overal zijn er beeldschermen en zelfs als je niet bewust kijkt (misschien vooral als je niet bewust kijkt), neem je de voorgehouden idealen over.
Zo ga je van identificatie binnen het gezin naar identificatie met het cultureel dominante vertoog. Het proces van beïnvloeding blijft hetzelfde, met dezelfde vragen zoals bij de eerste identiteitsontwikkelingen. Sluiten de voorgehouden spiegelingen min of meer aan bij wat ik zelf voel? Gaat het over verwachtingen die aansluiten bij mijn mogelijkheden? In welke mate laten de beelden keuzes toe? Als het antwoord op die vragen negatief is, dan spreken we over vervreemding. Dan nemen we ideeën en beelden over die ons ziek maken. Het gevolg is dat we niet langer afgestemd zijn op wat er binnen in ons en in ons lichaam aan het werk is.
Tekst loopt door onder de afbeelding.