'Het is verkeerd om te denken dat het na crisisjaar 2020 allemaal weer beter zal worden, of zoals voorheen. Over tien jaar zullen we terugkijken en verlangen naar een jaar als 2020', aldus activist en Sea-Watch-kapitein Carola Rackete in Zand In De Machine. In deze HUMAN-documentaire komt een keur aan denkers, beleidsmakers en bestuurders uit binnen- en buitenland aan het woord over de coronapandemie. Over de meest opvallende uitspraken uit de film praten we door op HUMAN en Brainwash. In dit geval cultuursocioloog Ruben Jacobs over Rackete: is de toekomst die ons wacht echt zo somber?


Een baan, een verbouwing, de zorg voor zijn jonge zoontje Felix: Jacobs is druk, op het moment dat we elkaar spreken. En dan is er ook nog de afronding van een boek, dat hij schrijft voor Felix en zijn generatiegenoten, die opgroeien in een wereld die in toenemende mate te maken krijgt met de gevolgen van de ecologische crisis. Mede aan de hand van gesprekken met wetenschappers, ondernemers en toekomstdenkers gaat Jacobs op zoek naar bouwstenen voor een ecologische samenleving en naar wat hij een 'economie van het genoeg' noemt. Hij ziet het als een plicht op hoopvol te zijn, maar hij ziet ook dat de vooruitzichten niet optimistisch zijn.

Is het inderdaad zo somber als Rackete doet voorkomen?

'Haar redenatie klinkt mij niet vreemd in de oren. We weten niet precies hoe de komende tien jaar eruit gaan zien, maar is het zeer goed denkbaar dat er een heel ruige tijd aan zit te komen. En dan heb ik het alleen over de ecologische crisis, waar ik me veel mee bezighoud, en nog niet eens over geopolitieke conflicten, of interne spanningen in democratieën, die we nu ook al zien. Er komt een enorme transitie van onze economie en samenleving aan. Mensen zijn zich in groeiende mate bewust van de noodzaak van die transitie, voor het binnen de perken houden van klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit. Maar die transitie gaat niet leuk zijn en zal gevolgen hebben voor de directe leefomgeving van mensen. Je ziet dat nu al met de protesten die gericht zijn tegen de komst van windmolenparken of zonnevelden. Al is dat deels een democratisch probleem, in die zin dat burgers vaak onvoldoende en te laat betrokken worden bij besluitvorming. Het zal hoe dan ook geen soepel proces zijn.'

We hoeven niet alles aan de markt en overheid over te laten. Met coöperaties kunnen we delen van de economie terugbrengen tot meer menselijke schaal.

Maar ook niets doen zal frictie geven.

'Die transitie moet er komen, want het alternatief is vele malen erger. In dat geval gaan we op termijn, over twintig, dertig jaar, de gevolgen ondervinden van ons niet-handelen in het heden. De opwarming van de aarde zal in hetzelfde tempo doorgaan, we zullen te maken krijgen met extremer weer, met hitte en met droogtes die zo lang aanhouden dat het tot problemen in de landbouw zal leiden. En dan heb ik het nog niet over de biodiversiteitscrisis gehad, die eveneens prangend is. Er kunnen conflicten ontstaan rond water- en voedseltekorten. Corona heeft laten zien dat problemen in een geglobaliseerde wereld effect hebben op andere plekken. Problemen komen samen en versterken elkaar. Dus we moeten die transitie wel in, maar het zal piepend en krakend gaan. De geschiedenis heeft laten zien dat grote transities nooit vanzelf gaan. Het zal ons leven gaan beheersen. Ik denk dat veel burgers dat nog niet onder ogen durven komen en dat politici niet het eerlijke verhaal vertellen.'

Kunnen we lessen trekken uit de pandemie?

'Bedrijfsantropoloog Jitske Kramer spreekt in dat opzicht over een cultuurshock, zoals je ook hebt als je langere tijd naar het buitenland gaat en in contact komt met allerlei nieuwe culturen en gebruiken. In het geval van corona was dat thuiswerken, en bijvoorbeeld dat we stopten elkaar de hand te schudden. In het begin was dat nieuw en spannend, maar het went en wordt de nieuwe manier van doen. Dan kom je in een fase terecht waarin je gaat nadenken: wat vind ik hiervan en wat mis ik uit de oude situatie? Nu er langzaamaan weer meer ruimte komt, zullen mensen eerst terugvallen in de oude modus, om dan te constateren dat die niet meer helemaal past. De coronacrisis heeft ons doen veranderen, en we zullen niet meer helemaal terug willen naar het 'oude normaal'. Ik vind dat een interessante gedachte, die in zekere mate ook wel zal kloppen. Neem het thuiswerken: het lijkt er niet op dat mensen weer vijf dagen naar kantoor zullen gaan. Die geest is uit de fles.'

Tegelijk zie je ook de rijen voor winkels als IKEA en Primark.

'Dat was ook wel te verwachten, het is naïef om te denken dat zo'n crisis het hele systeem omgooit. Volgens transitiedenker Jan Rotmans komt er elke crisis zo'n vijf tot tien procent mensen bij die vindt dat het anders moet. Tot je een kantelpunt bereikt. Volgens Rotmans is daar zo'n 25 procent van de bevolking voor nodig. Op hoeveel we nu zitten weet ik niet, maar deze pandemie gaat niet de finale klap zijn. De vraag is eerder hoeveel schokken er nog nodig zijn voor we tot die fundamentele omwenteling komen en de transitie inzetten. Na de economische crisis van 2008 zag je allerlei coöperaties opkomen die zich bezighouden met zorg, energie of voedsel. Het is niet de norm geworden, maar wel een serieuze trend.'

Ruben Jacobs in Brainwash Talks

'Waarschijnlijk zullen na corona ook een aantal ontwikkelingen die al gaande waren, versterkt worden. Denk aan thuiswerken, of een kortere voedselketen, waarbij we ons eten minder van heinde en ver zullen halen. We hebben nu gezien hoe kwetsbaar die ketens zijn. Er zijn modeketens die overwegen om hun productie weer terug te verplaatsen naar Europa, en dat zie je in meer industrieën gebeuren. Het zal wel even duren voor uitkristalliseert wat er blijft na corona, maar zo'n crisis helpt ons wel om vooruit te struikelen, zoals transitiedenkers dat noemen.'

Wel wrang om te moeten constateren dat er een crisis nodig is om in beweging te komen.

'Blijkbaar is het nodig om meerdere keren ergens tegenaan te stoten, voor we tot fundamentele verandering komen. Als ik heel eerlijk ben, dan hoop ik dat er zich in de nabije toekomst nog wel wat problemen zullen voordoen. Hoe langer het duurt, hoe kleiner de kans dat we binnen veilige marges blijven als het gaat om klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit. Hoe langer we wachten, hoe onhandelbaarder het probleem. En natuurlijk moet er in de tussentijd wel aan de slag gegaan worden met alternatieven, anders werk je populisme in de hand.'

Hoe bedoel je dat?

'In tijden van crisis en als het niet heel duidelijk is wat de weg uit de chaos is, zijn mensen vatbaarder voor vernauwde vormen van populisme en volksmenners. Voor donkere krachten, om het zo maar te noemen. Populisten houden mensen een oplossing voor, vaak door een zondebok aan te wijzen of zaken enorm te versimpelen. We zagen tijdens de pandemie hoe sommige partijen gebruik maakten van de argwaan die al aanwezig was bij mensen. Argwaan over de manier waarop de overheid ingreep, over de rol van grote bedrijven, van farmaceuten. Die argwaan kan legitiem zijn, maar de manier waarop deze nu wordt gekanaliseerd, kan wel tot zorgwekkende ontwikkelingen leiden. Tegenover die argwaan moet je een aantrekkelijk en beter narratief zetten.'

Wat voor narratief moet dat zijn?

'Ik ben onder andere enthousiast over die eerdergenoemde coöperatie. Als je naar de geschiedenis van Noordwest-Europa kijkt, zie je dat er meer periodes zijn geweest, vaak in tijden van crisis, waarin burgers of arbeiders zich collectief en autonoom organiseerden. Denk aan de boerenbonden, de coöperatieve meelfabrieken, de verbruikscoöperaties voor brood en kruidenierswaren en later de zuivelcoöperaties en coöperatieve banken, zoals de Rabobank. Nu zie je dat opnieuw gebeuren, van voedsel en zorg tot energie. Maar ook op het gebied van alternatieve lokale munten of natuurbeheer zijn er burgers die het beheer van de commons, het algemeen goed, in eigen handen nemen. Ik denk dat dat een belangrijke ontwikkeling is, omdat mensen daarmee de regie terug kunnen pakken. We hoeven niet alles aan de markt en overheid over te laten, maar kunnen delen van de economie terugbrengen tot meer menselijke schaal. Ik denk dat dat ook lokale en regionale gemeenschapszin kan bevorderen. Dat is geen links of rechts verhaal, maar zou het hele politieke spectrum moeten kunnen aanspreken.'

Je werkt dat narratief verder uit in je nieuwe boek: De Eeuw van Felix.

'In het boek ga ik op zoek naar de bouwstenen van wat je 'een ecologische samenleving' zou kunnen noemen. Ik kijk op systeemniveau, dus naar hoe we zaken organiseren in de samenleving en economie. Ik onderzoek wat de grenzen zijn aan de groeieconomie, want die is duidelijk niet meer houdbaar. Je ziet dat er allerlei alternatieven ontwikkeld worden: de donuteconomie, wellbeing economics, degrowth. Ik noem het zelf de economie van het genoeg, waarin het goede leven voor iedereen wordt nagestreefd, binnen de planetaire grenzen die we nu duidelijk zijn overgegaan. We zullen zaken moeten aanpassen, en dat kan door meer lokaal te gaan produceren en leven, dus ons ook minder te verplaatsen over de wereld.'

'Het tweede deel van het boek gaat over het wereldbeeld waarop de economie gestoeld is. Ik ga op zoek naar bouwstenen voor een ecologisch wereldbeeld. Tenslotte bekijk ik de mythen en metaforen waarop dat wereldbeeld gebaseerd is en aan de hand waarvan we de wereld om ons heen begrijpen. In dat deel kijk ik ook naar de verhouding die inheemse volkeren hebben tot hun leefomgeving. Onderzoek laat zien dat zij de beste natuurbeschermers zijn. In hun manier van leven zit misschien iets waarvan wij kunnen leren.'

Ben je hoopvol voor Felix?

'Voor mij is hoop een keuze. Ik kies ervoor om de hoop op te zoeken, maar dat wil niet zeggen dat ik optimistisch ben. De vooruitzichten zijn niet al te best, maar ik kan niet anders dan zoveel mogelijk energie stoppen in datgene waarin ik hoop en mogelijkheden zie, zonder dat ik zeker weet of het zal gaan lukken. Hoop is datgene doen waarvan jij denkt dat het, ongeacht het resultaat, het beste is.'