Van eeuwenoude grafkelders tot de ondergrondse opslag van kernafval en kilometers lange mijntunnels. Bijna tien jaar lang werkte de Britse schrijver Robert Macfarlane aan zijn nieuwste boek. Het langverwachte Benedenwereld is een diepe duik onder de aardoppervlakte. Een onderzoek naar onze verstandhouding tot licht, leven, donker en de dood.

Hoe ben je op het thema benedenwereld gekomen?
'In Hoogtekoorts, mijn eerste boek, probeer ik de vraag te beantwoorden hoe het komt dat mensen aangetrokken worden door bergen. Zelf voel ik me aangetrokken door bergen, zo erg dat ik soms zelfs bereid ben om voor ze te sterven. In Benedenwereld doe ik precies het omgekeerde: waarom dalen we af? Hoe komt het dat de mens als soort aangetrokken wordt door de duisternis, door het ondergrondse? Er zijn veel antwoorden op die vraag mogelijk, zoals er ook veel antwoorden zijn op de vraag waarom mensen bergen beklimmen. Maar er is een groot verschil: bergbeklimmen als sport bestaat zo'n 300 jaar, terwijl we al aangetrokken werden door de duisternis nog voor we mensen waren.'

'De verhalen uit de benedenwereld zijn oud, maar ze hebben moderne uitlopers. Ik begon met werken aan het boek in 2010, het jaar van de blow-out op boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico. Het jaar waarin de uitbarsting van een vulkaan op IJsland het vliegverkeer in Europa platlegde. Het jaar waarin 33 mijnwerkers vast kwamen te zitten in een tunnel in Chili. Ik rondde het boek af in de zomer van 2018, toen een Thais voetbalteam uit een grot gered werd. Ik weet niet hoeveel van deze voorvallen je je nog kunt herinneren, maar het is duidelijk dat we in een tijd leven waarin de benedenwereld haar gezicht laat zien. De benedenwereld komt aan de oppervlakte. Ik verwachtte een boek te schrijven over de oudheid, maar het werd zeer urgent.'

Je stelt dat we de benedenwereld altijd gebruikt hebben, en er tegelijk zo weinig van weten.
'Als je omhoog kijkt, kun je op een heldere avond sterren zien op biljoenen kilometers van ons vandaan. Als je naar beneden kijkt, zie je niet verder dan de grond onder onze voeten. We zien de benedenwereld niet. We komen er nauwelijks. En tegelijk zie je nu dus dat de benedenwereld haar gezicht laat zien. Al die dingen waarvan we dachten dat ze begraven waren, zijn niet langer bedekt. Iemand vertelde me over de gaswinning in Groningen. Over de aardbevingen die er zijn omdat de ondergrondse leegte die ontstaan is, naar de oppervlakte komt. De mens heeft de planeet naar zijn hand gezet. We hebben gebouwd, we hebben tunnels aangelegd, we hebben alleen al 15 miljoen kilometer aan olieleidingen geboord, we hebben zaken opgeslagen onder de grond… en dat komt nu allemaal weer omhoog. Tegelijk is de benedenwereld inderdaad het rijk waar we het minst van weten. Van de diepzee tot wereld onder onze voeten, het blijft ons verbazen. Pas sinds 1992 zijn wetenschappers in kaart aan het brengen wat bekend is komen te staan als de Deep Hot Biosphere: de enorme diversiteit aan micro-organismen die tot een diepte van tien kilometer in de aardkorst leeft. Pas sinds het einde van de jaren 90 kennen we het Wood Wide Web, het gigantische schimmelnetwerk dat bomen en planten ondergronds met elkaar verbindt en waardoor ze communiceren. Om maar te zeggen: de benedenwereld kent vele geheimen. En waarschuwingen ook, trouwens.'

Hoe komt het, denk je, dat de onderwereld haar gezicht laat zien?
'Ik denk dat dat komt omdat we de tijd aan het veranderen zijn, als mens. We hebben zoveel genomen uit de benedenwereld, dat de leegte die ontstaan is omhoog komt. En belangrijker: we hebben de aarde opgewarmd tot een temperatuur waarop ijs aan het smelten is. Permafrost is aan het ontdooien. Dat zorgt ervoor dat hele gebieden zich openen. Daardoor komt broeikasgas methaan omhoog. Antrax, dat jaren onder een laag ijs begraven heeft gelegen, komt weer vrij en infecteert mensen en rendieren. Gletsjers trekken zich terug en smeltwater zorgt voor een verhoging van het waterpeil. Door de droogte van afgelopen zomer zijn in Engeland tekenen van nederzettingen uit de tijd van de Romeinen en Vikingen bloot komen te liggen. De aarde was zo droog geworden dat ze zichtbaar werden. Voor mij waren dat hele geheimzinnige gebeurtenissen. Plotseling konden we terug in de tijd kijken. Dat wat begraven was, was weer zichtbaar.'

Er zijn ook mensen die zeggen dat de aarde zich tegen de mens keert.
'Ik weet niet of ik het als wraak zou omschrijven. Ik denk wel dat systemen waarvan we dachten dat ze passief waren tot leven komen. De aarde is heel levendig, heel krachtig. De mens heeft in het antropoceen een onmiskenbare invloed op deze planeet, maar laat daarbij krachten vrij die we niet kunnen controleren. Ik denk dat dat de tijd is waarin we leven.'

Angry Beast: hoe we ons weer thuis kunnen voelen op deze aarde

De afgelopen acht jaar heb je grotten verkend, begrafenisrituelen onderzocht, ben je in mijnen geweest en op plekken waar kernafval wordt opgeslagen.
'Ik wilde het boek ver in het verleden beginnen en ergens in de toekomst eindigen. Bij het idee dat je kernafval op een veilige manier moet opslaan. Veilig voor generaties die honderdduizenden jaren van nu zouden leven. Dus ja, ik ben zo bescheiden geweest te schrijven over de hele tijdspanne van het universum. In het boek daal ik eerst af, het verleden, de diepte, de duisternis in. Om dan in het laatste hoofdstuk weer omhoog te komen naar de oppervlakte. Wat me bijblijft, zijn de catacomben van Parijs, driehonderd kilometer doolhof, onder de stad. Daar heb ik tweeënhalve dag in doorgebracht. Wat me ook bijblijft is wat het betekent om dan de zon weer te zien. Ik heb weken doorgebracht in en op de gletsjers op Groenland. Dat was tijdens de summer of melt: ik zag de massiviteit van het ijs, maar ook de kwetsbaarheid. Ik heb een lange, winterse wandeltocht naar Lofoten in Noorwegen gemaakt, alleen, om grotschilderingen uit de Bronstijd te bekijken. Dat maakte diepe indruk. En dan vooral het besef van onze verbondenheid met de tijd die achter ons ligt. En de herhaalde pogingen die ondernomen zijn om de mens vanuit de duisternis te begrijpen.'

Een scène die me bijgebleven is, is dat je beschrijft hoe het is om weer buiten te komen na een claustrofobische ervaring in een grot.
'Als je dan buiten komt, zijn de kleuren veel intenser. Ik denk dat om het licht te begrijpen, je de duisternis gezien moet hebben. Toen ik uit die grot omhoog kwam, werd mijn verwondering over de bovenwereld nieuw leven ingeblazen. Ik voelde een hernieuwde liefde voor alles dat leeft. Maar het is natuurlijk een metafoor. In de benedenwereld hebben we het slechte weggestopt. De lichamen die we gedood hebben, de wreedheden die we begaan hebben, de gifstoffen die we maakten. Tegelijkertijd is het de plek waar we in staat zijn geweest tot uitzonderlijke daden van altruïsme. We hebben er prachtige ontdekkingen gedaan. Ik denk dat je zowel duisternis als licht moet zien. Je kunt niet alleen plezier hebben, of alleen depressie. Ik denk dat we op hetzelfde moment angst en hoop nodig hebben, nu misschien wel meer dan ooit.'

Je verwachtte dat Benedenwereld je minst menselijke boek zou worden, maar het werd een boek over gemeenschapszin.
'Ik verwachtte dat het boek zou gaan over zaken die we niet met leven associeren: IJs, steen, zwarte materie. Ik verwachtte dat de benedenwereld het rijk van de onlevenden zou zijn. En inderdaad, het is voor de mens onmogelijk om er permanent te verblijven. Maar het is wel een plek waar we naartoe terug blijven gaan, voor kennis, om schatten te verbergen, voor grondstoffen. Waar het volgens mij om gaat, is goed nalatenschap. Ik ben in Onkalo in Finland geweest, waar diep onder de grond kernafval wordt opgeslagen. Ik verwachtte het einde van de wereld − en ik ken de complexiteit − maar ik denk dat het een hoopvolle plek is.

Ze doen daar hun best om toekomstige generaties te beschermen voor giftig afval. Dat is een variant op de vraag wat we nalaten en wat het betekent wat we nalaten. Hoe we dat op de best mogelijke manier doen. Toen ik wegreed uit Onkalo ging mijn auto kapot. Het was januari en een graad of zes of zeven onder nul. Iemand die op de faciliteit werkte, stopte en verwisselde mijn band voor me. Hij schudde mijn hand en reed door. Die vriendschappelijkheid, iemand die iemand in nood helpt, is voor mij het verhaal van die plek geworden. Dat is waar mensen goed in zijn. In het creëren van netwerken van hulp en ondersteuning. Voor nu en voor generaties die komen.'

Kan de benedenwereld een gids zijn voor goed nalatenschap?
'Ik weet niet of ik een antwoord heb op die vraag. Maar ik denk weer aan het Wood Wide Web. De schimmelstructuur die laat zien dat er geen individuele bomen zijn, maar dat het gaat om gemeenschappen, om netwerken. Dat is een toonbeeld van verwevenheid. Door de geschiedenis heen hebben de natuur tot object gemaakt, tot grondstof. Tot iets dat buiten onszelf bestaat, waar wij geen onderdeel van zijn en waar we gebruik van kunnen maken. Ik denk dat het misverstand dat de mens niet verbonden is met de natuur, langzaam achterhaald wordt. En ook het idee dat de natuur een oneindige grondstof is. Ik denk dat het Wood Wide Web dat laat zien. En wat ik ook heel krachtig vind, is het gedachte-experiment van het antropoceen. Dat stelt de vraag wat je wilt achterlaten dat er over een miljoen jaar nog is. Geologen hebben altijd terug gekeken. Het antropoceen dwingt ons om eerst vooruit te gaan, om dan terug te kijken. Zo worden we in zekere zin de geologen van onze eigen tijd. Dat is heel uitdagend perspectief. Ik denk dat we dan ook zien hoe we verweven zijn.'