Hoe jongensachtig moet ik zijn om mezelf genderqueer te mogen noemen? Hoe lang moet je familie in Nederland wonen om niet meer gezien te moeten worden als Marokkaan? Hoe vaak moet je seks met jongens en meisjes hebben gehad om als bi te tellen? Identiteit is veel complexer dan zelfidentificatie met een bepaalde groep. Identiteiten zijn verbonden met lichamen, er is een verschil tussen geleefde en toegeschreven identiteit en, om het nog gemener te maken, er is sprake van identiteitspolitie.


Je hebt als wetenschapper van die teksten die je blijft herlezen. Who Needs 'Identity'? van de Britse socioloog Stuart Hall is er zo een voor mij. Ik las dit essay in het eerste jaar van mijn promotieonderzoek en ik keer er steeds weer bij terug. Het is een pittige tekst en een rake tekst, die helpt grip te vinden op het glibberige pad dat 'identiteit' heet. Mijn moeizame proces vat erop te krijgen is zichtbaar: vrijwel iedere zin is onderstreept.

Hall spreekt liever van identificatie dan van identiteit. Voor hem is identiteit (in typische cultural studies-taal) altijd een 'tijdelijke hechtenis' met 'subjectposities die discursieve praktijken voor ons vervaardigen' (p. 6). Dat betekent dat een identiteit niet iets is dat voortkomt uit jezelf, maar uit de manier waarop er in een maatschappij over mensen wordt gedacht en gesproken. Met zo'n vertoog kan je je vereenzelvigen, maar dat vertoog gaat altijd slechts om de representatie van een groep.

Identificatie kan daarom nooit compleet zijn. Een representatie is immers een verbeelding, niet the real deal. Bovendien worden die 'discursief voortgebrachte subjectposities' geformuleerd aan de hand van verschil: ik ben vrouw omdat ik geen man ben. Dat is dus identificatie op basis van een gebrek: ik ben dit, omdat ik dat niet ben.

In onze westerse, hoogmoderne samenleving eisen we van elkaar dat iedereen zijn identiteiten kenbaar maakt. Het ligt aan de basis van de 'maar waar kom je echt vandaan'-vraag die niet-witte mensen voortdurend krijgen. Eerder hekelde ik op deze site al de coming-out. Daar hebben vooral hetero's baat bij: zij weten dan waar ze aan toe zijn én mogen zichzelf ook nog eens complimenteren door te zeggen dat ze de ander natúúrlijk accepteren.

Deze week 'onthulde' NikkieTutorials op haar YouTube-kanaal dat ze transgender is. De bekende vlogger wilde dat helemaal niet opbiechten, ze wilde gewoon Nikkie zijn. Maar ze werd gedwongen omdat iemand haar wilde afpersen met haar 'geheim'. Het is een mooi voorbeeld van hoe lelijk identiteitspolitie is. Andere mensen menen voor jou te mogen bepalen met welke subjectpositie jij je moet identificeren. Als je er zelf niet over begint, zullen zij dat wel voor je doen.

Transgender mensen hebben voortdurend met identiteitspolitie te maken. Onze maatschappij dwingt namelijk af dat je je moet identificeren met de sekse die je bij de geboorte is toegekend. Als je dat niet doet, of te weinig doet, loop je het risico uitgescholden of in elkaar geslagen te worden. Mensen die in transitie gaan of zijn geweest kunnen rekenen op flinke porties transfobie van mensen die hun identiteit mis- of ontkennen.

En als je lichaam dan eindelijk overeenstemt met hoe je je voelt, zijn er mensen die je kleineren of vernederen – door te dreigen je te outen als trans persoon, door je dode naam te gebruiken of door je uit te schelden – zoals Nikkie de Jager allemaal overkwam.

Identiteiten zijn denkbeeldig, zo betoogt mijn favoriete filosoof Judith Butler die Stuart Hall aanhaalt aan het einde van zijn essay. 'Het zijn illusionaire pogingen tot verbond, loyaliteit, ambigue en tussen-lichamelijke samenwoningsverbanden' (geciteerd op p. 16 ). Het voorbeeld van Nikkie laat zien dat de fictieve aard van identiteiten niet wegneemt dat ze zware consequenties hebben in de 'echte' wereld.

Er wordt een culturele en politieke strijd uitgevochten over de lichamen (heen) van mensen die daar niet om gevraagd hebben. Aan het einde van die oorlog wacht een onbekende wereld: zonder grenzen, zonder hokjes. Er zijn mensen die dat eng en stom vinden, en mensen – zoals ik – voor wie het niet snel genoeg kan gaan.