Corona naar de achtergrond, nachtclubs en discotheken open, de sportzomer en de vakantiebestemming wenken — we gaan lós. Maar in de komende weken is er één activiteit, waar maar weinigen aan zullen beginnen terwijl die juist het allerbelangrijkst is: een boek lezen.


'Wat suf. We zijn eindelijk vrij. En jij wil… een boek lezen?!'
'Uhm… ja.'
'Maar waarom?'
'Gast' (tja, ik spreek tegen een tiener), 'lezen is leven. Ademen. Het is de beste drug, de ruigste roes, de coolste ontspanning, de meest intensieve work-out. Het is je hersenen een brainwashje geven.'
'Een wat?'
'Een brainwashje.'

Je hersenen een brainwashje geven — zo begon presentator en essayist Stephan Sanders steevast een uitzending van het onvolprezen radioprogramma Brainwash Radio, zo'n drie jaar geleden gestopt. Terwijl ik met de tiener praat, bedenk ik mij dat Sanders' humoristische typering van nadenken over je leven en de wereld om je heen via filosofie, film en literatuur ook precies beschrijft wat er met je gebeurt wanneer je leest. Lezen is simpelweg je hersenen gebruiken. Aangezien we mensen zijn, lijkt het mij de normaalste zaak van de wereld dat we die activiteit zo vaak als mogelijk doen, ook nu onze lichamen schreeuwen naar bevrijding na al die maanden van lockdown.

We zijn vergeten dat je zonder lezen — zonder fictie in welke vorm ook — niet kan leven, omdat je zonder verhalen geen idee hebt hoe de dingen werken.

Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De ontlezing is in Nederland, maar ook elders in Europa, al jaren een groot probleem. Sinds een paar jaar is het gebruik van smartphones op school in Frankrijk bij wet verboden. En in Engeland gaan soortgelijke geluiden op. Volgens Alexander Rinnooy Kan, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, en Ingrid Schouten, geograaf en hoofd van een huiswerkinstituut, moet zo'n maatregel ook in Nederland komen. In de Volkskrant schrijven ze: 'Waar wachten we nog op?'

In een podcast van NRC Handelsblad bepleit boekenredacteur Michiel Krielaars een actievere rol van het kabinet. Demissionair minister-president Mark Rutte of zelfs Volksgezondheidsminister Hugo de Jonge zou het belang van verhalen moeten inzien. Het gaat Krielaars erom dat potentiële, jonge lezers een figuur nodig hebben die hen inspireert. Hij haalt het voorbeeld aan van de leraar, Robin Williams, die in de film Dead Poets Society (1989) een groep middelbare-schoolleerlingen zover krijgen dat ze poëzie lezen, niet omdat het 'goed' is voor hen, maar omdat ze door de gedichten beter inzicht in hun eigen leven krijgen.

Vervolgens komt de vraag in de podcast aan de orde of het wellicht 'de schuld is van hoogopgeleide, overwerkte en conservatieve ouders' dat kinderen niet meer lezen. Ik moet meteen denken aan een recente uitzending van Buitenhof waarin Adriaan van Dis het zoveelste pleidooi voor het lezen houdt. Maar nuchter beschouwd zijn wij — en daarmee ook Van Dis — deel van het probleem. Want wát moeten de jonge mensen zoal lezen? 'Onze' literatuur, natuurlijk, de canon. Hermans, Reve, Mulisch. Maar die zijn kansloos in het huidige klimaat. Wie niet leest, gaat niet opeens De donkere kamer van Damokles lezen. Daarvoor is het te laat: de smartphone heeft gewonnen. We moeten het ánders aanpakken. Maar hoe?

Mijn vroegste herinnering is er een van lezen. Het boek: een Superman-inkleurboek. En iets later, geleend van de bibliotheek van mijn lagere school: een verhaal over een jongen die op Mars vecht tegen wezens. Nog later, de openbare bibliotheek waar ik in no time door de jeugdafdeling heen was (Robin Hood heb ik wel honderd keer gelezen). Gelukkig was er mijn vader die boeken van de volwassenenafdeling voor mij meenam, met name alles wat god verboden heeft, qua cowboys, seks en geweld.

Voor mijn werk lees ik boeken, soms twee of drie tegelijk. Boeken die iets te maken hebben met films die ik bespreek. Of boeken die ik moet lezen voor Cinema Literair, een programma over boekverfilmingen dat ik cureer voor de OBA. Of academische teksten, filosofische verhandelingen en biografieën die ik nodig heb voor boeken die ik schrijf. Zonder lezen kan ik niet werken. Maar ook niet leven — dat ontdek ik steeds meer.

Maar hiermee ben ik, merk ik, blijkbaar raar. Bij mij over de vloer komen dudes. Ze zijn net klaar met de middelbare school en ze houden vakantie. Ik bedoel, het is een komen en gaan van scooters. Eindeloos. Wat deze gozers niet doen, is lezen. Zelden. Ik vermoed: nooit. Ik merk het. Ze kijken mij aan alsof ik een alien ben. Komen ze in de woonkamer, hangen de monden open van verbazing. 'Vet veel boeken, zeg', zeggen ze dan. 'Heb je ze nou allemaal gelezen?!'

Ik laat me niet uit het veld slaan. Ik stop ze boeken in de hand. 'Gast', zeg ik, 'ik koop een fles whiskey voor je als je dit boek niet cool vindt.' Terry. Net begonnen aan een studie politicologie. Leest niet. Die kreeg Carrie van Stephen King van mij mee. Een paar maanden later heeft hij het nog steeds niet gelezen. 'Terry', zeg ik, 'ik ga je ass kicken.' En dan houd ik mijn tirade tegen hem over: dat hij eens een keer zijn hersenen een brainwashje moet geven. Hier is mijn voorstel over hoe we jonge mensen als Terry weer aan het lezen krijgen:

1. Schaf de verplichte leeslijst af.
2. Schaf literatuuronderwijs als onderdeel van het vak Nederlands af.
3. Schaf de smartphone op school niet af (verbied helemaal niets).
4. Schep een nieuw vak: literatuuronderwijs, mét een leeslijst. Laat de leerlingen vervolgens vrij om álles te lezen in welke taal ook. Speerpunt van literatuuronderwijs: ontdek het belang van het verhaal. Gebruik Netflix, comics van Marvel en DC, Toneelgroep Amsterdam, de opera, EYE Filmmuseum, de multiplexbioscoop, albums van Kuifje (het zijn maar voorbeelden) in het lesmateriaal. Leid de leerlingen vervolgens om de tuin, bedrieg ze terwijl ze erbij staan — zodat ze voor ze het weten Anna Karenina lezen.
5. Schep een nieuw vak: Nederlandse taal- en literatuur — en wees bereid om pas vele jaren later hier vooruitgang in te boeken.

Mijn punt is dat we leerlingen via een omweg wél kunnen bereiken. Ik vermoed dat we dat niet doen, omdat we zelf zijn vergeten dat lezen in eerste instantie een vorm van anarchistisch plezier is. Een daad van je vrijheid pakken. En dat ís 'supercool', ja. En we zijn vergeten dat je zonder lezen — zonder fictie in welke vorm ook — niet kan leven, omdat je zonder verhalen geen idee hebt hoe de dingen werken.

Lezen betekent niet Nederlands lezen. Uiteindelijk wel, natuurlijk. Maar eerst betekent het: verhalen lezen. Jezelf hersenspoelen met verhalen, in het Russisch, Frans, Duits, Engels, wat dan ook. Dat is de kern.