Heb je onlangs een rozenstruik gezien? Aan de groene hoofdtakken groeien sinds enkele dagen vurig rode stompjes. Het zijn ingepakte bladpakketjes, die beloven straks uit te vouwen tot volwaardige takken, met ongetwijfeld prachtige bloemen.


De timing, die fascineert me het meest. Want bij vrijwel alle rozenstruiken die ik tegenkom op mijn coronawandelingetjes verschenen die bladerpakketjes tegelijkertijd. Net zoals een paar weken eerder plotseling overal tegelijk de sneeuwklokjes opkwamen, en niet veel later simultaan de velden volstonden met witte en paarse krokussen.

De reden dat ik extra oog heb voor deze vroege signalen van de lente is een serie iPad-tekeningen die kunstenaar David Hockney (Bradford, 1937) vorig jaar maakte. In het voorjaar van 2020 tekende Hockney een verslag van de komst van de lente in Normandië. In 2011 had hij zoiets al eerder gedaan, in zijn Britse geboortestreek Yorkshire. Nu wilde hij opnieuw de verandering vastleggen.

Hockney geeft zijn werken titels naar de dagen waarop hij ze gemaakt heeft. '23 april' is een veld met twee bloesemende fruitbomen, '28 april' is een verfrissende regenbui boven een veld met een paadje, '24 april' een paar strakgesnoeide buxusstruikjes. Met deze titels benadrukt Hockney de stuwende kracht en stiptheid van de lente: het is alsof je de klok erop gelijk kunt zetten. Dat gevoel krijg je bij de lente: een seizoen dat losbarst – niet meer te stuiten wanneer het eenmaal op gang is.

Eén werk uit Hockneys lente-serie kreeg wél een titel: een bosje narcissen in het gras heeft behalve een datum (16 maart), ook een titel: Do remember they can't cancel the spring.

In maart vorig jaar, op het hoogtepunt van de eerste coronalockdowns wereldwijd, stuurde Hockney deze afbeelding via de Instagram-accounts van twee musea de wereld in. De afbeelding werd veelvuldig gedeeld: de troostrijke belofte dat in elk geval de lente áltijd doorgaat konden we wel gebruiken.

Troostrijk, kleurrijk, beloftevol: zo schildert David Hockney de lente. Maar zo betrouwbaar is de lente misschien helemaal niet meer. Van alle seizoenen warmde juist de lente de afgelopen decennia het meeste op, berekende de NOS vorig jaar. Sinds 1950 steeg de temperatuur in de lente gemiddeld ruim 2 graden. Dat betekent dat bomen en planten eerder tot bloei komen. Hazelaars en elzen bijvoorbeeld – mensen met hooikoorts schijnen het al te merken.

Arctische wintervogels slaan Nederland door de opwarming over, merkte een boswachter vorig jaar op in de Volkskrant. De steeds vroegere bloei van sommige planten (ook de sneeuwklokjes en krokussen die ik zag waren aan de vroege kant) kan voor die planten gevaarlijk zijn: bij late vorst leggen ze alsnog het loodje. Een foto bij een NRC-artikel uit 2012 laat zien hoe dat eruit ziet: narcissen liggen zielig plat op de grond in plaats van fier omhoog, zwak geworden door het extreme temperatuurverschil dat jaar. De foto is een droevige tegenhanger bij Hockneys Do remember they can't cancel the spring.

Troostrijk, kleurrijk, beloftevol: zo schildert David Hockney de lente. Maar zo betrouwbaar is de lente misschien helemaal niet meer.

Misschien wel de meest vervreemdende vaststelling in het Volkskrant-artikel: De Keukenhof plant tegenwoordig zo'n 30 procent meer bloembollen dan voorheen, van meer gevariëerde soorten, om de kans te vergroten dat bezoekers bloeiende bloemen zien.

De lente laat zich niet stoppen... Toch wel.

Dit sombere bewustzijn van klimaatverandering – dat zelfs de lente niet gewoon de lente meer is – maakt dat je anders gaat kijken naar Hockneys prachtige tekeningen. Ze zijn niet alleen troostrijk, maar stemmen ook melancholiek. De vanzelfsprekendheid die ik er eerst in zag, is er niet meer. Het seizoen is aan het veranderen. Wat troostrijk en onaangedaan oogt, blijkt weerloos en ontregeld door de mens.

Misschien moeten we zó naar dat frisse bosje narcissen van Hockney kijken: niet alleen als troost, maar ook als aanmoediging de lente te beschermen. We weten allemaal wat dat is.

Meer weten? David Hockneys verslag van de lente in Normandië is vanaf 23 mei te zien in de Royal Academy in Londen. Een deel is, net zo mooi, nu al online te zien op de website van de Royal Academy.