Hij schuwt provocatie niet en krijgt regelmatig woedende reacties: de wereldberoemde Amerikaanse auteur Bret Easton Ellis, bekend van American Psycho. Nu is hij terug met het non-fictie boek Wit, waarin hij zich verzet tegen morele superioriteit en een cultuur van slachtofferschap. Onjuiste meningen en foute grappen worden geweerd. 'Moeten alle ideeën en taal nu eerst gecontroleerd worden, onder surveillance staan?' Hieronder een voorpublicatie.

In een essay geschreven ter verdediging van Stanley Kubricks enigmatische film Eyes Wide Shut, waarvan de raadselachtigheid door al te letterlijk ingestelde kijkers en critici bij het uitkomen onmiddellijk door de mangel werd gehaald, voorspelde de schrijver en cultuurcriticus Lee Siegel scherpzinnig in welke richting we ons met z'n allen bewogen:

'Er is de laatste tien jaar veel te doen geweest – soms oprecht, vaak huichelachtig – over empathie voor de 'ander', voor mensen die verschillen van ons. Maar niemand heeft zich ooit gebogen over de wezenlijke andersheid van kunstwerken. Je hebt het afgezaagde maar diepzinnige idee van een vrijwillige suspension of disbelief, een uitstel van ongeloof. Echte kunst doet je je goedgelovigheid inzetten op het overduidelijk nagemaakte. Je wordt erdoor verrast, je moet jezelf overgeven in de handen van een andere wereld – het kunstwerk – en van een ander iemand – de kunstenaar. En dat terwijl wij door heel onze van economische imperatieven doordrenkte samenleving worden gewaarschuwd om onze belangen nooit op te geven, nog niet voor een enkel moment, dat we alleen de culturele uitingen kunnen vertrouwen waar we instant-bevrediging, nuttige informatie of een spiegelbeeld van onszelf aan ontlenen. Daarom worden we overspoeld met kunst waarin oplettendheid van nul en generlei waarde is, waarin we de waan van de dag voorgeschoteld krijgen en die onze persoonlijkheid zit als gegoten.'

Siegel schreef dit bijna twintig jaar geleden, en waar hij zich destijds zorgen over maakte is nu zo'n beetje de definitie van onze cultuur: het toenemende onvermogen om gezichtspunten te aanvaarden die verschillen van de 'moreel superieure' gevestigde orde. Toevallig herlas ik dit essay terwijl ik in 2016 op YouTube luisterde naar een aantal toespraken bij de opening van het nieuwe academische jaar, toen de noodzaak urgenter dan ooit leek om studenten juist niet 'Be Safe' aan te raden (wat veel sprekers leken te suggereren) maar integendeel: 'Be Unsafe' – door te weigeren gehoorzaam te leven in hun in nette hokjes onderverdeelde eigen bubbel.

Het idee dat iets niet de moeite van het bekijken of beluisteren waard is zolang je je niet kunt identificeren met iets of iemand, is inmiddels gemeengoed in onze samenleving – en wordt soms ook gebruikt als wapen om iemand aan te vallen: dat diegene niet 'bewust' of woke genoeg is om iets herkenbaar, aanspreekbaar, invoelbaar te maken; dat iemand racistisch is terwijl de aanstootgevende partij misschien niet meer dan een ongeïnteresseerde of achterlijke witte lapzwans is; of dat iemand een seksueel roofdier is in plaats van soms gewoon een klootzak, een hork of een loser.

'Ik kan er niks mee' of 'Ik heb er niks mee' wil zeggen 'Ik weiger ernaar te kijken', net zoals 'Ik kan me er niet mee identificeren' betekent 'Dát ga ik niet lezen', 'Dáár ga ik niet naar luisteren'. Je hoort het steeds vaker als een strijdkreet, en niet alleen van millennials, hoewel het idee erachter allesbehalve progressief is: het marginaliseert niet alleen kunstenaars maar uiteindelijk iedereen op de planeet. In wezen is het fascistisch. Hier zien we de doodlopende steeg van de sociale media: zo gauw je je eigen bubbel hebt gecreëerd met alleen maar mensen en dingen waar je zelf wat mee hebt en waar je jezelf mee identificeert, zo gauw je mensen hebt geblokkeerd, ontvriend en ontvolgd met meningen en zienswijzen die je veroordeelt of die niet stroken met de jouwe, zo gauw je je kleine Utopia hebt geschapen op basis van je eigen gekoesterde waarden, zal langzaam een soort krankzinnig narcisme dit fraaie beeld naar de kloten gaan helpen.

Niet in staat zijn of niet bereid zijn je in andermans positie in te leven – en de wereld anders te zien dan hoe je die doorgaans beleeft – is de eerste stap op weg naar niet empathisch zijn, en daarom worden zoveel progressieve bewegingen allengs net zo rigide en autoritair als de instituten waartegen ze zich verzetten.

Ik zag hoe die ontkoppeling werkte in een toespraak van Amy Pascal in 2014 voor een groep homo's. Pascal was een goedbedoelende hetero, voormalig hoofd van Sony, en zei een paar uitstekende dingen over homocontent en homovertegenwoordiging, maar toen ze erover begon hoe we ons moesten ontdoen van alle homofobe haatopmerkingen in films en op tv en van ieder stereotiep homoseksueel personage kreeg ik het gevoel dat we in een soort utopische idioterie terechtkwamen die onbestaanbaar is, en gelukkig maar.

Ik herinner me hetzelfde zorgelijke gevoel tijdens het Comedy Central-spotbanket, de roast voor James Franco in 2013, toen de millennial-cabaretier Aziz Ansari alle andere moppentappers kapittelde omdat ze volgens hem een buitensporig aantal vaak 'ontoepasselijke' en dus foute homograppen hadden gemaakt. Die grappen waren overduidelijk gemaakt omdat ze in verband stonden met Franco's publieke persona, die van een serieuze hetero die veranderde in een superhomoaanhanger-experimentator- hobbyist (zie bijvoorbeeld King Cobra of zijn Cruisinghommage), en in de loop der jaren hadden heel wat mensen, hetero en homo, Franco daarmee lopen sarren op sociale media en in de amusementspers.

Bij deze gelegenheid herinner ik me heel duidelijk het gevoel te hebben dat Ansari de geest van de roast had gekaapt – hij was in mijn beleving sowieso een van de eerste beroemdheden die het deugdzame vingertje hieven. Gingen we nu niet een beetje te ver in het 'beschermen' van de homo- babypanda's tegen grove grappen? Soms waren de grappen leuk, soms niet, maar binnen de context van een godvergeten fucking roast was, zou je denken, alles geoorloofd: grappen over witte losers, grappen over lelijke witte kerels, seksistische vrouwengrappen, racistische grappen. Het was hartverwarmend om een levend publiek van witte en zwarte mensen en mannen en vrouwen van alle leeftijden hysterisch te zien lachen om het 'ongevoelige', 'niet-inclusieve' en 'politiek incorrecte' materiaal van de cabaretiers, wit en zwart, jong en oud, man en vrouw. Hun gelach was een onloochenbaar correctief op Ansari's kritiek. Sommige shit is gewoon leuk.

Ansari was een bepaald narratief aan het aftasten – het idee dat je een gemarginaliseerde groep ervoor moet behoeden dat ze het mikpunt van spot worden – en dat vond ik problematisch, want was het echt zo progressief om homo's nog verder te marginaliseren door geen grappen over ze te maken, door ze niet eens te noemen in een roast waar uit de aard der zaak het feestvarken aan het spit van de spot geregen moet worden? Maar in de 'inclusieve' fantasiewereld moet iedereen hetzelfde zijn, dezelfde waarden, dezelfde zienswijze, hetzelfde gevoel voor humor hebben.

De overheersende cultuur blijft dat maar op de agenda zetten – tot wanneer? Met een werkelijk inclusief idee van comedy moeten homo's grappen mogen maken over andere homo's en wie ze verder ook maar willen, en hetero's over homo's of wie dan ook. Als homograppen worden geschrapt, wat mag daarna dan niet meer? Daar begint de glijdende schaal, het doolhof waar niemand meer uitkomt, de donkere kamer waarvan de deur heel snel achter je dichtgaat.

Hebben homo's een hetero als Ansari echt nodig om voor ze op te komen? En wat dacht Ansari in bescherming te moeten nemen nota bene tijdens een roast? Circuleert er inmiddels een herzien etiquetteboek voor cabaret en de vrijheid van meningsuiting? Moeten alle ideeën en opinies en alle inhoud en taal nu eerst gecontroleerd worden, onder surveillance staan? Soms dient het leukste, gevaarlijkste cabaret juist niet om je te troosten dat alles goed komt. Exclusie en marginalisatie zijn vaak precies wat een grap leuk maakt. Soms is onze identiteit juist de clou. Lach om alles of je lacht uiteindelijk om niets. Als jonge schrijver in Ierland besefte James Joyce al: 'Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik niet kan schrijven zonder mensen te krenken.'

Aanstaande maandag is er een Brainwash Special met Bret Easton Ellis in Amsterdam. Interview door Sarah Sluimer. Wil je er bij zijn, klik dan hier.