Kan kunst genezen? Volgens een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie dat begin deze maand verscheen wel. Na analyse van 900 bestaande wetenschappelijke publicaties stellen de onderzoekers dat kunst bijdraagt aan mentale en fysieke gezondheid – én dat vaak goedkoper en efficiënter doet dan medicijnen. Het persbericht van de VN noemt voorbeelden: jonge kinderen die 's avonds worden voorgelezen slapen langer en hebben de volgende dag betere concentratie op school; theaterlessen kunnen jongeren in moeilijke situaties helpen om weloverwogen beslissingen te maken; luisteren naar muziek helpt mensen met dementie het geheugen verbeteren.
Kunst als therapie, dus. De Britse populaire filosoof en oprichter van The School of Life Alain de Botton zag de potentie ook al eens. Hij schreef samen met filosoof John Armstrong een bestseller onder die titel. In 2014 mocht hij een 'therapeutische' expositie samenstellen in het Rijksmuseum; knalgele post-its met praktische levensadviezen hingen tot in de Eregalerij bij de schilderijen.
De Botton vat kunst soms wat al te letterlijk op als pleister die je op de wond kunt plakken: een zonnig schilderij geneest je van een winterdepressie, een opgeruimd kerkinterieur van Saenredam helpt je herinneren niet elk uur je e-mail en Twitter te checken.
Dat is een wat al te simpele voorstelling, schreven ook recensenten over de expositie. Wie met een gekneusde arm, gebroken hart of ernstige depressie bij een schilderij te rade gaat, kan lang staan wachten. Kunst heelt, maar niet zo eenvoudig. Er is meer voor nodig.