The Beatles, Bob Dylan, de mini-rok en groeiende welvaart. Wie het over de jaren zestig heeft, heeft het over vooruitgang. Toch moet het ook over dekolonisatie en kapitalisme gaan, stelt schrijver en hoogleraar Geert Buelens, die een standaardwerk van ruim 1000 pagina's schreef over de periode. 'Als een soort paranoïde maniak, die alles met alles in verband wil brengen, ben ik gaan letten op waar men in de wereld iets over de jaren zestig zegt, en waar het dan precies over ging.' En: 'De strijd van toen is nog steeds de onze.'

U schrijft in uw boek De jaren zestig: een cultuurgeschiedenis dat de jaren zestig geen Westers fenomeen is.
'Wat opvalt, ook in de reacties op mijn boek, is dat als het over de jaren zestig gaat, mensen het heel graag hebben over Westerse helden en fenomenen zoals The Beatles en The Rolling Stones. Het mondiale karakter van die periode wordt wel eens aangestipt, maar niet als wezenskenmerk. In mijn boek heb ik het natuurlijk ook over de Westerse pophelden, maar het gaat tevens over de misschien wel ingrijpendste verandering uit die jaren: de dekolonisatie van de grootste delen van Afrika. Die heeft een enorme impact op het leven van toen en dat van vandaag. Eén van de gruwelijkste episodes in dat proces van dekolonisatie was de oorlog voor de onafhankelijkheid van Algerije. Dat heeft tot veel geweld geleid, in Algerije, maar ook in Frankrijk.'

'In Parijs wordt in 1961 een vreedzame demonstratie van Algerijnen met veel politiegeweld neergeslagen, waarbij tientallen, mogelijk honderd doden vallen. We weten niet precies hoeveel slachtoffers, omdat de lichamen in de Seine worden gegooid, door politiemensen, maar ook door toevallige omstanders die uit hun auto's stappen om de politie te helpen om de lijken te doen verdwijnen. Daar spreekt totale minachtig uit, maar minstens zo opmerkelijk is dat dit feit – een van de grootste schanddaden uit de naoorlogse Europese geschiedenis – niet tot ons collectieve geheugen is gaan behoren. Nog steeds niet. Er is een opmerkelijke onwetendheid over de manier waarop onze geschiedenis verbonden is met die op andere plekken in de wereld, en dat op een moment dat mensen met roots in die andere plekken massaal in onze dorpen en steden wonen.'

Hoe bedoelt u dat?
'Ik geef nu met een collega een vak over de manier waarop de nationale geschiedenis, het nationale zelfbeeld en de geschiedenis van het kolonialisme met elkaar verweven is. Dan blijkt dat zowel in Nederland, België als in Italië, want daar komen de studenten vandaan, in het middelbare onderwijs geen aandacht wordt besteed aan het kolonialisme. Ik begrijp niet hoe dat kan, dat onze studenten daar niet vanzelfsprekend mee in aanraking zijn gekomen. Ze leren over de Gouden Eeuw, de grote Nederlandse handelstriomf, maar dat die handelstriomf samenhing met kolonisatie, dat wordt niet vermeld.'

Hoe is dat ontstaan?
'Rond de Tweede Wereldoorlog en daarna is ons beeld van de wereld heel sterk gereduceerd tot Europa − dat zijn wij − en de Verenigde Staten − die zijn een beetje zoals wij, al zijn er verschillen −, en dan heb je een hele grote rest van de wereld. Die rest van de wereld is tamelijk ongedifferentieerd. Nu is onze geschiedenis, zeker na de Tweede Wereldoorlog, voor een groot deel vergroeid met de Amerikaanse, maar onze geschiedenis is misschien nog wel meer vergroeid met andere delen van de wereld. En dan met name de delen waar we lang huis hebben gehouden. In het geval van Nederland zijn dat Indonesië en de kolonies in Latijns-Amerika, vanuit Belgisch perspectief Midden-Afrika, met Congo, Rwanda en Burundi. Mijn boek probeert die hele geschiedenis te omvatten; een global history, om te laten zien hoe de geschiedenis van al die verschillende plekken met elkaar verweven is.'

De jaren zestig worden ook vaak gezien als de kiem van individualisering.
'Er wordt dan op gewezen dat het de tijd was van de anti-autoritaire bewegingen. Dat die elk verband dat groter is dan het individu, moedwillig zouden hebben kapotgemaakt. Dat is de basisredenering. En het klopt van dat anti-autoritarisme: tegenover het voordien als vanzelfsprekend gepresenteerde gezag van de vader, van de kerk, van de regent. Maar dat betekent nog niet dat het ging om losgeslagen individualisten. Veel van de bewegingen in de jaren zestig zetten in op heel andere waarden: de grote vredesbeweging − tegen de atoombom en later tegen de oorlog in Vietnam − was een massabeweging. De studentenbeweging was een massabeweging, de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten was dat ook. Die gingen niet over het individu, maar over waarden die heel vaak gemeenschappelijk waren en die dus ook over de gemeenschap gingen. Het zijn niet de tegenbewegingen die hebben gezorgd voor het individualisme, maar stijgende welvaart en kapitalisme, om het zo maar te zeggen.'

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Demonstratie tegen de oorlog in Vietnam (foto: ANP/Cor Mulder).

We gingen meer kopen?
'Wat sinds de jaren zestig, maar niet door de jaren zestig is ontstaan, is een explosie van een consumentencultuur. Filmmakers en schrijvers wezen daar al op in die tijd en zagen dat ook als een groot probleem. Babyboomers, de jongeren van toen, werden groot tijdens enorme economische groei. Voor het eerst kregen jongeren op grote schaal zakgeld, voor het eerst hadden brede lagen van de bevolking geld over om te consumeren. Tieners gingen singeltjes kopen en andere parafernalia die samenhingen met de bands waar ze naar luisterden. Dat is een vorm van consumentisme die nadien alleen maar verder uitgebreid is. Zeker na de val van de Muur, als letterlijk elke grens wegvalt, lijkt consumentisme de centrale waarde te worden. Maar dat betekent niet dat de jaren zestig schuld hebben aan individualisering. Het gaat vooral om de manier waarop er met toegenomen rijkdom is omgegaan en het ontsporende kapitalisme na de val van de Muur.'

Hoe heeft die ontwikkeling zich voltrokken?
'Waarom had je vroeger geen participatiesamenleving nodig, maar werd de verzorgingsstaat uit belastinggeld betaald? Omdat grote bedrijven nog gewoon belasting betaalden. Geld verdienen werd vanaf de jaren tachtig een doel op zich. Ik herinner me nog dat beursberichten een vast onderdeel werden van nieuwsbulletins op de Vlaamse televisie. Dat was daarvoor helemaal anders, die beurskoersen werden helemaal nog niet van belang geacht voor de hele bevolking. Dat is misschien een detail, maar wel een symptomatisch detail. Het hele idee dat gemeenschappen alleen maar kunnen overleven als iedereen mee-investeerde in die gemeenschappen, dat werd in de periode voor de val de Muur ook door het bedrijfsleven in de praktijk beleden doordat ze belasting betaalden. Later zijn ze op zoek gegaan naar allerlei methoden om dat niet meer te hoeven doen, en door regeringen in de watten gelegd die een oogje dichtknepen.'

Hoe deze maatschappij eenzame individuen creëert

Wat is er nog over van de idealen van de jaren zestig?
'Er is nog veel van over. Veel van de strijd uit die tijd is nog steeds de onze. Kijk naar ecologie: het begin van de milieubeweging ligt in de jaren zestig, dat is alleen maar acuter geworden. De strijd tegen racisme, die heel groot was toen, is nog steeds actueel. De American Football-spelers die knielden tijdens het Amerikaanse volkslied, dat is eigenlijk een herhaling van de atleten die de 'Black Power-groet' met gebalde vuist brachten op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico. Beyoncé die optreedt met danseressen in Black Power-kleding en baretten. Dat zijn niet alleen duidelijke echo's van die tijd, maar laten vooral ook zien dat de strijd nog altijd bezig is. Hoewel we daar niet altijd alle aspecten van in rekenschap brengen.'

Tekst loopt door onder de video.

Hoezo?
'De zwarte burgerrechtenbeweging uit Amerika kon hier op heel veel sympathie rekenen. Martin Luther King was een held, ook al lang voor hij vermoord werd. Hij werd gevierd, gerespecteerd, had een ere-doctoraat aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Maar ook wel vanuit het idee dat Amerikanen een beetje rare mensen waren, met hun racistische reflexen. Er is een vreemd soort schizofrenie: Martin Luther King op een schild hijsen, maar niet zien dat onze eigen samenleving net zo functioneerde en dat eigenlijk nog altijd doet. In zekere zin is dat wat ik probeer te doen in het boek: juist ook de andere verhalen en die andere stemmen de ruimte geven.'