'Maantje tuurt, maantje gluurt al door de vensterruiten.' Dit is de eerste regel van een kinderliedje. Het gaat over de maan die naar beneden kijkt en zo verbaasd is dat het al stil is. 'Zijn de kinderen al naar bed, of lopen ze nu nog buiten?' Gelukkig, de kinderen liggen 'al lang in de veren'. De maan wenst ze een goede nacht, en dan volgt een prachtige regel: 'Morgen is er een nieuwe dag, dan kun je weer spelen en leren.'

Natuurlijk, voor veel kinderen geldt letterlijk dat de dag uit niets anders dan spelen en leren bestaat, maar als metafoor geldt het voor iedereen. Werk, schoonmaken, een band plakken, de was opvouwen, zelfs belastingaangifte: als het goed gaat dan is het spelen, en als het even tegenzit dan is het leren.

Van een grote afstand kijkt de maan op ons neer, en concludeert dat al ons zwoegen op te delen is in twee categorieën: spelen en leren. Wat een wijsheid.

Ik moet aan Maantje tuurt denken bij het zien van het werk van kunstenaar Maurice van Es tijdens RijksakademieOPEN, de jaarlijkse atelierpresentaties van de kunstenaarsopleiding. Op zichzelf is dat vreemd, want de personen in Van Es' video's zijn geen kinderen, maar jongvolwassenen. Toch lijken zij het spelen en leren allesbehalve verloren.

Wat Van Es fascineert zijn de allerkleinste momenten of de allergewoonste objecten, de dingen die we bijna niet opmerken, meteen alweer vergeten zijn. Zo maakte hij in opdracht fotoboeken met persoonlijke details bij mensen thuis: van deurknop tot kapstok. Ook maakt hij een serie foto's van alle keren dat zijn vader hem ergens oppikt met zijn grote zwarte auto, of legt hij de 'onbedoelde sculpturen' van zijn moeder vast: een stapel opgevouwen handdoeken, twee afstandbedieningen op elkaar. De kleine mooie dingen waarvan je niet wist dat je ze wilde onthouden, maar die wel het alledaags geluk voeden.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Installatie You gave me the time of my life, Maurice van Es, 2018. Foto: Maurice van Es.

Het werk dat Van Es tijdens RijksakademieOPEN presenteerde heet You gave me the time of my life en is ook een ode aan het alledaagse. In een als rommelige kinderkamer ingerichte ruimte toont hij een verzameling liefdevolle videoportretten van vrienden. Dansend in de club, een lichtgewonde duif verzorgend bij een zonnige volkstuin, op een fiets slalommend door de stad. Allemaal prettig zorgeloos, nietszeggend bijna.

De video's van Van Es zijn in verticaal kader geschoten. Zo doen de video's denken aan Instagram Stories, de vergankelijke galerie van verdwijnende hoogtepunten die dagelijks miljoenen ogen prikkelt. Een aantal van de vriendenportretten is ook te zien op de Instagram van Van Es. Het zijn video's zoals iedereen ze kan maken, we blijken het spelen helemaal nog niet verleerd.

Het staande kader doet nog iets anders. Het geeft, zeker wanneer de video's groter worden geprojecteerd als in de Rijksakademie, de figuren op het scherm een bijna klassieke status. De lichamen lijken in hun staande kader op de antieke Griekse standbeelden, maar dan bewegend. Of op traditionele portretten 'ten voeten uit' vanaf de zestiende eeuw. Het alledaagse spel oogt monumentaal in deze video's.

Een van de mooiste video's die te zien was tijdens RijksakademieOPEN is het verslag van een middag McDonald's eten in het gebouw van de Rijksakademie. Een vriendin komt op de fiets aan met een grote zak friet en hamburgers. Samen fietsen ze over het terrein en zetten de snacks op tafel. Eindeloos gedraal rond de grote papieren zak. Van Es blijft zelf buiten beeld, we zien wat hij ziet. De vriendin gaat nog even cola halen die van ergens anders moet komen. Verlekkerd beweegt de camera in de zak. Zoveel frieten!

De video's van Van Es zijn niet zo jaloersmakend als de meeste verdwijnende Instagram-hoogtepunten; het hier getoonde geluk lijkt over ons allemaal te gaan. Het zijn de middagen of avonden die we allemaal zouden kunnen meemaken, en die we allemaal zouden vastleggen.

Toch gebeurt er iets extra's in het werk van Van Es. Doordat hij zijn Instagramvideo's als kunst presenteert, en dus meer afstand schept, neemt hij het perspectief van Maantje tuurt in. Het aandachtig vastgelegde microgeluk op sociale media hoeft niet opschepperig te zijn, maar kan ook een ode zijn aan het spel.