Besmettingscijfers, ziekenhuisopnames, overlijdenscijfers, de R-waarde; cijfers spelen een belangrijke rol in onze omgang met de onzekerheid van de coronacrisis. Volgens Sanne Blauw, journalist bij De Correspondent, komt dat voort uit een behoefte aan zekerheid. 'Cijfers zijn heel fijn om patronen te ontdekken, maar we slaan een beetje door. De wereld is veel te morsig, ingewikkeld en complex om helemaal in cijfers te vatten.'


Mensen gebruiken cijfers vaak om eigen standpunten te onderbouwen, schrijft journalist Sanne Blauw in haar boek Het Bestverkochte Boek ooit* (*met deze titel). 'Mensen die veel cijfers gebruiken kunnen zichzelf ontzettend rationeel vinden, maar daar zit natuurlijk ook een psychologie achter', zegt Blauw.

'In het coronadebat zie je mensen die hele stellige meningen hebben en daar vervolgens cijfers en wetenschappelijke studies bij slepen en zeggen: 'Zie je wel, het is zo.' De andere kant komt met minimaal evenveel studies en cijfers. Begrijpelijk, want we wisten ook gewoon nog niet zoveel over corona. Bijvoorbeeld als het gaat over mondkapjes en aerosolen. Ik zie dat mensen zich steeds dieper ingraven in hun standpunten en zich gesteund voelen door de cijfers. Deze mensen kunnen moeilijker onzekerheid accepteren en toegeven dat ze gewoon bang of boos zijn.'

Je moet durven denken: misschien had ik het wel fout. Dat begint ermee dat je jezelf niet al te serieus neemt.

Cijfers zijn ook nooit objectief, vertelt Blauw. Daarom is het moeilijk er zekerheid uit te halen. 'We hebben natuurlijk veel aan cijfers te danken, maar wat soms gebeurt is dat mensen cijfers als objectief gaan zien, als dé waarheid. We moeten niet ophouden met cijfers, maar ze ook niet op een voetstuk zetten. Net als woorden zijn cijfers een verlengstuk van hoe wij met elkaar omgaan.'

Waarom proberen we zekerheid te halen uit cijfers?

'Historisch gezien zijn we vanaf de negentiende eeuw steeds meer cijfers gaan verzamelen. Zo gingen we doodsoorzaken classificeren en armoede meten. Dat heeft geholpen: we konden daardoor bepaalde problemen zien. We hebben gezien hoe succesvol het kan zijn. Een andere verklaring is dat we graag grip hebben. Statistiek komt van het woord 'staat', waar het verzamelen van cijfers begonnen is. Toen natiestaten ontstonden kwam er meer cijferverzameling, omdat het een manier is om je volk in toom te houden. In de kern willen we allemaal houvast, maar we schieten er soms in door. We denken dat we uiteindelijk alles zullen en kunnen begrijpen en dus zekerheid hebben, als we maar hard genoeg ons best doen. Dat is volgens mij niet zo.'

Sanne Blauw in Het Filosofisch Kwintet

'Dat wij niet alles kunnen begrijpen heeft te maken met complexiteit. Complexe systemen zijn systemen die uit veel variabelen bestaan, die op ingewikkelde manieren op elkaar inwerken. Die complexe systemen kun je nooit helemaal modelleren, hoe erg je ook je best doet. Daarbij verwarren we soms complex met gecompliceerd. Gecompliceerd kunnen we uiteindelijk ontrafelen, maar complexe systemen kunnen we nooit helemaal doorgronden. Dat moeten we accepteren, maar dat is moeilijk omdat we verlangen naar zekerheid. Ik ben zelf ook gek op cijfers. Ik wil graag tienduizend stappen lopen, dan weet ik dat ik goed bezig ben. Maar dat grip willen houden is een valkuil, waar we allemaal in vallen. We gaan allemaal systeempjes bedenken, en daar spelen cijfers vaak een rol in. Volgens mij is dat streven, dat kwantificeren en timemanagement uiteindelijk terug te voeren op onze angst voor de dood. Je wil je nuttig voelen.'

Hoe moeten we dan met onzekerheid omgaan?

'Open staan voor het onbekende en durven denken buiten de status quo helpt al enorm. Wat belangrijk is, is dat je flexibel blijft. Dat is lastig als je systemen standaardiseert. Stel dat we bij De Correspondent artikelen beoordelen op hoeveel erop wordt geklikt, dan ga ik alleen nog maar artikelen over seks schrijven. Die artikelen worden het meest gelezen en het vaakst gedeeld. Maar het is bijna niet in cijfers te vatten welke artikelen goed zijn. Toch willen we dat soort dingen op de werkvloer en bij de overheid wel heel graag weten.'

Hoe moeten we cijfers gebruiken in de omgang met elkaar?

'We zijn allemaal wezens met emoties. Volgens mij is het gevaar dat we cijfers gebruiken om dat te verhullen. Ik zie een verband met zwart-witdenken. Mensen voelen zich gesterkt door cijfers en gaan daardoor nog meer in hun loopgraven zitten. Dan zeggen ze dat ze objectief bewijs hebben. Dat kan helemaal niet: cijfers produceren is mensenwerk en elke keuze die je maakt heeft invloed op de uitkomst. In mijn boek noem ik een voorbeeld over hoe je moet omgaan met een confrontatie met cijfers waar je het niet mee eens bent. Ik hou zelf erg van een glas wijn en stuitte op een studie die zei dat zelfs één glas alcohol slecht voor je is. Ik schrijf al jaren over cijfers, dus ik dacht al snel te weten dat er dingen niet klopten aan de studie: correlatie is geen causaliteit. Het is niet alsof je een experiment hebt gedaan waarbij je drie jaar lang één groep alcohol voert en één groep niet en dan die groepen gaat vergelijken. Dat kan natuurlijk niet. Later dacht ik: shit! Dat ik deze studie zo makkelijk aan de kant schuif is omdat ik me niet schuldig wil voelen over het glas wijn dat ik 's avonds drink. Ik ben er vervolgens ingedoken en natuurlijk wordt er al decennialang onderzoek gedaan naar de effecten van alcohol en we weten heus wel dat het niet goed voor je is.'

'Het begint met jezelf op de korrel nemen. Opletten als het gaat over dingen die je aan het hart gaan, waarover je jezelf druk maakt. Als iets je boos, angstig of juist blij maakt, moet je oppassen. Dan moet je volgens mij even een stapje terug doen en denken: wat gebeurt hier? En misschien nog een andere bron bekijken. Je moet durven denken: misschien had ik het wel fout. Dat begint ermee dat je jezelf niet al te serieus neemt. Dat kun je ook in gesprekken met anderen doen, bij personen die je vertrouwt. Ik heb vrienden die heel anders stemmen dan ik of die tegen de complottheorieën aanschurken. Ik merk dan dat ik in de discussiestand wil. Dan denk ik: even niet. Luister en vraag door. Waar komt het vandaan? Hoe zit het dan? Ik hoef ze niet te overtuigen, dat is niet mijn taak en dat gaat me volgens mij ook niet lukken. En wie weet heb ik het zelf wel bij het verkeerde eind.'