Hoe voorkomen we een klimaatramp? Dat lijkt simpel: we maken steeds meer van onze activiteiten klimaatneutraal, dan onze huishoudens, bedrijven en organisaties, binnen afzienbare tijd Nederland en uiteindelijk de hele aarde. Qua uitstoot is het alsof we er nooit geweest zijn. Als straks iedereen zijn nettobijdrage naar nul heeft teruggebracht, slagen we er samen in het klimaat – hopelijk zonder al te veel schade – weer te stabiliseren.

Er zijn dan ook oproepen aan alles en iedereen om je aan te sluiten en ook klimaatneutraal te worden. Toch is dat een minder goed idee dan het lijkt.

Het is natuurlijk waar dat wanneer 7,5 miljard wereldbewoners allemaal klimaatneutraal gaan leven de mensheid als geheel ook klimaatneutraal zal zijn. Maar dit is zeker niet de enige manier: de een kan best wat meer uitstoten en de ander wat minder. Zelfs een negatieve bijdrage aan de uitstoot is mogelijk, bijvoorbeeld door ook nog emissies van een ander te helpen terugbrengen, door de aanplant van bossen, of CO2-opslag in de grond.

'Iedereen klimaatneutraal' is echter niet per se een oplossing. Het kan onvoldoende zijn: als natuurlijke oorzaken of uitstoot van vorige generaties alleen – dus zonder verdere menselijke bijdrage – al voldoende zijn voor verdere opwarming van de aarde, dan zouden we meer CO2 moeten terugdringen dan we nu zelf produceren.

De tekst gaat verder onder de foto.

Het kan te inefficiënt zijn omdat we verdere aardopwarming willen voorkomen én ook nog eens iedere activiteit, ieder individu, ieder bedrijf en ieder land afzonderlijk klimaatneutraal denken te moeten maken. Als het eerste al moeilijk te bereiken is, dan is dit voor de combinatie van beide nog veel moeilijker.

Als klimaatverandering slecht is, dan is 'klimaatneutraal' – niet bijdragen aan klimaatverandering – per definitie een schuldbegrip. Als de aarde opwarmt is het niet jouw schuld, omdat je (netto) niet hebt bijgedragen aan klimaatverandering. We lijken nu op twee niveaus meer bezig te zijn met schuld ontlopen, dan met het probleem oplossen:

  1. De schuldige mensheid: Klimaatsceptici ontkennen ofwel dat er überhaupt een probleem is, ofwel dat de aardopwarming aantoonbaar de schuld van de mens is. Zij doen het af als gevolg van een natuurlijk fenomeen, zoals variaties in de zonneactiviteit. Maar het maakt weinig uit wat de klimaatverandering veroorzaakt. Het enige waar we het over eens hoeven zijn is a) dat het klimaat verandert, b) dat dit schadelijk voor ons is en c) dat we er iets aan kunnen doen. Zelfs als de opwarming volledig toe te schrijven zou zijn aan natuurlijke oorzaken dan zouden we het alsnog willen voorkomen. De vraag is hoe we het kunnen oplossen.

  2. Je persoonlijke schuld: Steeds meer personen, bedrijven en landen streven naar neutraliteit op hun eigen niveau. In 2050 moet Nederland als geheel klimaatneutraal zijn. Als wij in ons leven niet hebben bijgedragen aan klimaatverandering, dan is het in ieder geval niet onze schuld. Heb je toch gezondigd? Dan kun je je schuld zelfs afkopen door middel van CO2-compensatie: de moderne aflaat. Toch kan het best zijn dat je minder hoeft of meer moet bijdragen om het probleem echt op te lossen. Straks zijn we misschien 'onschuldig', maar hebben we nog steeds een klimaatprobleem.

Kilimaatsceptici nemen het probleem niet echt serieus, maar de klimaatneutraalbeweging gaat ook niet bepaald recht op het doel af. Hoe zou je het aanpakken als je alleen maar emissies wilde terugdringen? Dan zou je beginnen met besparen waar dit het gemakkelijkste of goedkoopste gaat. Een elektriciteitsbedrijf zal niet op de afdeling personeelszaken beginnen om de uitstoot terug te dringen, maar bij de centrales. Daar kun je het snelst en goedkoopst tonnen CO2-uitstoot verminderen.

Zo wordt ook niet ieder onderdeel van de samenleving even gemakkelijk klimaatneutraal. Een bank zet veel geld om en heeft weinig uitstoot per omgezette euro – een bank bestaat vooral uit mensen, computers en kantoorgebouwen. Een transportbedrijf heeft veel meer uitstoot per omgezette euro, dus wordt niet zo snel duurzaam. De bank zal het doel halen en het transportbedrijf niet. We kunnen volstaan met banken complimenteren en transportbedrijven bestraffend toespreken, maar we hebben geen systeem nodig om schuldigen aan te wijzen, maar om onze emissies zo efficiënt mogelijk terug te dringen.

Als we alles en iedereen vragen om zijn of haar nettobijdrage naar nul te brengen, maken we een enorme omweg; het bespaart de uitstoot niet waar dit het goedkoopst is en we verwachten betalingen waar er onvoldoende geld is. Een bank heeft veel geld maar weinig uitstoot, een transportbedrijf veel uitstoot maar weinig geld. Hierbij, een bedrijf dat reeds klimaatneutraal is, voelt geen plicht meer om nog iets extra te doen; het lijkt zelfs oneerlijk om dat te vragen. Dit komt omdat we het presenteren als schuldvraag, in plaats van een beroep om bij te dragen aan de oplossing, zoals we dat wel doen – middels belastingen – bij de bouw van dijken.

'Iedereen klimaatneutraal' is een dure en ingewikkelde oplossing, dus heeft minder kans van slagen dan een oplossing waarbij we directer de gemakkelijkst of goedkoopst te besparen emissies proberen te vinden, zoals via het marktmechanisme. De oplossing ligt dus eerder in systeemveranderingen als emissiehandel en een CO2-heffing waarbij de verbruiker rechtstreeks betaalt, dan in een moreel appel op ieder individu om te minderen.

Klimaatneutraal worden is misschien een goed streven voor de mens als geheel, maar iedereen klimaatneutraal heeft meer met schuld te maken dan met serieuze emissiereductie. Het verlost ons wellicht van onze schuldgevoelens, maar niet van het klimaatprobleem.

Bedrijven, organisaties, gemeentes worden bijvoorbeeld gevraagd zich aan te sluiten bij de klimaatcoalitie: 'Al ruim 200 bedrijven hebben zich aangesloten bij de Nederlandse Klimaatcoalitie en hebben voor 2050 een klimaatneutrale bedrijfsvoering.'

Bomen en planten zetten CO2 om in zuurstof. Dit is niet helemaal zonder risico, want bij een bosbrand komt er in één keer weer een grote hoeveelheid CO2 vrij.

Waarschijnlijker is dat we meer dan nul mogen produceren, maar niet zoveel als nu.

Zie bijvoorbeeld Fair Climate Fund. Met 'fair' wordt de morele kant van de zaak nog eens extra benadrukt.

We hebben te maken met natuurlijke oorzaken, uitstoot van vorige generaties, landen die hun verantwoordelijkheid ontlopen, of met andere morele afwegingen, zoals wanneer we het eerlijker vinden om rijke landen financieel meer te laten bijdragen, of als niet iedereen zijn leven 'klimaatneutraal' kan maken.

Bijvoorbeeld als een bank extra geld uitgeeft om een klimaatneutraal kantoorgebouw te bouwen, terwijl het voor hetzelfde geld veel meer CO2 bespaard kan worden in de melkveehouderij.

Een transportbedrijf met veel uitstoot en lage winstmarges kan niet in zijn eentje besluiten om klimaatneutraal te worden: de concurrentie zal veel goedkoper zijn. Als betaald moet worden voor CO2-emissies wordt transport voor iedereen duurder.