Verkiezingen zijn een achterhaald model om het volk te laten spreken, volgens filosoof en historicus David Van Reybrouck. Er is een andere vorm nodig om burgers zeggenschap te geven over hun samenleving: loting. Voor de nieuwe Human-VPRO-serie Onbehagen sprak Bas Heijne met Van Reybrouck, eerder al over populisme, nu over democratie en zeggenschap.

Populisme is niet noodzakelijk een gevaar voor democratie. Het verwoordt op onhandige wijze een blijvend verlangen van burgers naar politieke betrokkenheid. Verkiezingen zijn een achterhaald model om het volk te laten spreken. Als je het volk echt wil laten spreken, dan geef je hen meer recht dan eens in de vier jaar een bolletje te mogen kleuren.

Een alternatief voor verkiezingen dat het democratische proces kan waarborgen, is loting. Op die manier moet je met burgers gaan praten, wat van essentieel belang is in een bewind waarbij burgers aan het woord zijn, en aan de macht zijn. Binnen een democratie kunnen burgers zich via een drietal middelen laten gelden. Ze kunnen van zich laten horen via verkiezingen, referenda en loting.

Vraagstukken oplossen door middel van een referendum kan een volk in tweeën splitsen, denk aan de Brexit. Zo vindt je niet één beslissing, maar je vindt twee helften in een samenleving, waarbij de kloof dieper wordt. En bij partijpolitieke oplossing voor bepaalde kwesties spelen komende verkiezingen te vaak een rol. Door burgers het woord te laten nemen aan de hand van lotingen voorkom je dergelijke problemen.

Gebruik van de loting maak je door een groep burgers, die een dwarsdoorsnede van de samenleving zijn, bij elkaar te laten komen en ze vooral met elkaar te laten praten. Zij informeren zich over een onderwerp, debatteren erover en uiteindelijk nemen zij een besluit.

Dit gebeurt in Nederland op lokaal niveau al op verschillende plekken. In Madrid gaan ze hier al een stuk verder mee. Het zijn dan ook de steden en gemeenten die op dit moment voorlopers zijn van democratische vernieuwing. Maar ook sommige landen zijn vergevorderd: zo is Ierland het meest innovatieve land op dit vlak van democratie.

In Ierland zijn al meerdere malen een honderdtal burgers, van allerlei rangen en standen, samengekomen om over zeer gevoelige kwesties te gaan praten. Enkele voorbeelden zijn het homohuwelijk, abortus en zelfs grondwettelijke wijzigingen. De politiek, en vooral de premier van Ierland, is ervan overtuigd dat sommige kwesties te moeilijk zijn om via partijpolitiek of referenda op te lossen. De Ierse premier begrijpt goed dat beslissingen over delicate kwesties moeten worden genomen door burgers samen te brengen. Dat je hen tijd, ruimte en informatie moet bieden om een moeilijk besluit te kunnen nemen.

Tekst loopt door onder de foto.

Foto: Dylan Gillis.

Het bezwaar dat burgers niet in staat zouden zijn om in een steeds complexere wereld beslissingen te nemen zonder werkelijke kennis van zaken, is onterecht. De staat van Zuid-Australië moest bijvoorbeeld beslissen of hun woestijn niet de wereldopslagplaats moest worden voor nucleair afval. Voor een gebied met weinig andere economische troeven en veel ongebruikte ruimte zou dit aantrekkelijk kunnen zijn, maar er kleven ook gevaren aan. Een lastig besluit op financieel, geologisch en technisch gebied, waar een referendum niet geschikt voor is. Er is tijd, ruimte en informatie nodig voor burgers om zich goed in te lezen in de kwestie. En ook de partijpolitiek kan een vraagstuk van deze grootte niet beantwoorden, omdat zij door de hectiek van verkiezingen niet goed in staat is om langetermijnproblemen te beoordelen.

Dus werden in Zuid-Australië driehonderd burgers bijeengeroepen die zich samen over het probleem hebben gebogen. Zij concludeerden dat het verstandiger was om het niet te doen. De achterliggende gedachte: het lijkt wellicht veilig, maar we zijn niet bekend genoeg met de langetermijneffecten. Het voordeel hier vind je in het feit dat de burger niet herkozen hoeft te worden. Zij hebben niet alvast een volgend verkiezingsprogramma in het achterhoofd.

Elk onderwerp dat de revue passeert, toont aan dat de burger besluitvaardig is, indien de burgers voldoende tijd en ruimte kregen. En dat deze het algemene belang en de lange termijn veel beter dienen dan de huidige vorm van democratie. Iedereen bezit een mate van gezond verstand. En iedereen wil een vorm van inspraak, zoals ook de opkomst van het populisme laat zien. Het gat met de elite is te groot voor inspraak, dus wordt de wens voor inspraak populistisch vormgegeven.

Maar lotingen moeten wel op correcte wijze gebeuren. Lotingen zijn niet nieuw. Elke dag worden de meningen van mensen in Nederland gepeild. Uw mening wordt gevraagd over Syrië of het financiële systeem. Maar altijd even vlug, zonder dat de burger is voorbereid, krijgen ze een vervelend belletje van Maurice de Hond en co. Deze opiniepeilingen voldoen niet, en toch beïnvloeden deze antwoorden de politiek.

Bij de loting komt meer kijken dan een goede doorsnee groep burgers vinden. Het gaat erom dat ze samenzijn, dat ze over informatie beschikken, en dat ze gelegenheid hebben om te debatteren en luisteren. Zo komen ze ook tot nieuwe inzichten. Het is een vorm van overlegdemocratie, technisch genaamd de deliberatieve democratie. Wat belangrijk is, is dat de burgers samenkomen en dat ze overleggen. Zeker nu, in tijden van polarisatie.

Deliberatieve gesprekken vinden meestal plaats aan in een zaal met tien tot honderd ronde tafels. Aan tafel kan een linkse stemmer zomaar plaatsnemen naast een rechtse stemmer. Een liberaal naast een socialist of een werkloze naast een werkgever.

De samenleving bestaat niet alleen uit mensen die over elkaar praten, maar juist ook uit mensen die met elkaar praten. In tijden van globalisering zijn samenlevingen diverser geworden, complexer geworden. En wanneer die groepen niet met elkaar in gesprek gaan, dan verkruimelt de boel, dan valt de boel uit elkaar. En om met oud-burgemeester van Amsterdam Job Cohen te spreken: ons werk bestaat juist uit de boel bij elkaar houden.

Loting is een goede manier om op snelle wijze tot besluiten te komen die voor de langere termijn gunstig zijn, waar burgers zich bij betrokken voelen. Zij kunnen bovendien makkelijker boven hun afgebakende identiteit uitstijgen. Een betrokken burger erkent eerder wat een ander zegt, ook al is zij raar, of heeft hij een paar aparte standpunten. De betrokken burger ziet eerder dat de standpunten van een ander ook legitiem kunnen zijn. Processen die iets dergelijks bewerkstelligen hebben we bijna niet meer, maar zijn cruciaal om ruimte te banen voor de publieke sfeer, waar burgers samenkomen om te praten. Dat is de essentie.

meer weten?

In de nieuwe Human-VPRO serie Onbehagen gaat Bas Heijne in gesprek met grote denkers over de vraag waarom de idealen van onze beschaving steeds verder onder druk komen te staan. Dit artikel is een uitwerking van het gesprek met David Van Reybrouck.