De cover van The New Yorker van half oktober spreekt erg tot de verbeelding: robots bevolken een grootstedelijk trottoir. Overbodig geworden leunt een enkele mens als bedelaar tegen de muur. Als aalmoes krijgt hij van de voorbij haastende robots niet eens muntjes, maar een handvol voor hem nutteloze tandwielen. De angst voor machines als nieuwe heersers in een plaatje.

Die cover heeft iets geruststellends - want het is vrij absurd. Kunstmatige intelligentie - de nieuwe buzz in Silicon Valley - is een onzichtbare revolutie die zich afspeelt tussen microchips in telefoons, auto's en fitness-trackers en gigantische datacentra in grijze betonblokken die aan parkeergarages zonder oprit doen denken. Hoe de toekomst er ook uit gaat zien, schuifelende antropomorfe robots zullen ons straatbeeld niet domineren.

De tekst gaat verder onder de cover.

Cover gemaakt door Françoise Mouly, 16 oktober 2017, The New Yorker.

Wat al meer zorgen baart: de mate waarin slimme computers taken kunnen overnemen die tot nu toe voorbehouden waren aan mensen - bijvoorbeeld keuzes voor optimale verkeersroutes, of medische behandelmethodes. Taxivervoer en routinebehandelingen worden overgenomen; niet door onwennige robots met armen en benen van roestvrij staal, maar door verstopte computers. Als zelfs bedrijfsconsultancy McKinsey zijn hart vasthoudt over dit soort veranderingen - terwijl vooral haar bedrijfsklanten profiteren - is er iets belangrijks aan de hand.

Maar de grootste verandering zal je waarschijnlijk helemaal niet zien - beslissingen in alle hoeken van onze samenleving die door computers overgenomen worden, zonder dat wij dat doorhebben. Welke programma's komen er op televisie? Welke producten in de schappen van de supermarkt? Welke thema's in politieke campagnes? Welke mensen in onze dating apps? Welk nieuws in BuzzFeed? Voor wie is medische behandeling van een ernstige ziekte 'kansrijk' en wordt vergoed? Wie krijgt welk tarief voor een autoverzekering? Zo kan ik nog even doorgaan.

Sommige van die vragen zijn vrij onschuldig, zoals het winkelaanbod bij Albert Heijn. Maar al die andere vragen raken de kern van onze maatschappij - voorziening van informatie, verdeling van kansen, de inrichting van onze politiek. Als we beslissingen in die domeinen outsourcen aan computers, verdwijnt menselijke verantwoordelijkheid: algoritmes hebben besloten dat het optie A wordt en niet B - dat Jan behandeld wordt en Jacob niet. Het kenmerk van kunstmatige intelligentie is dat wij zelf niet niet meer kunnen volgen welke afwegingen een computer hier heeft gemaakt - die heeft de machine immers zelf bedacht. Wij zien alleen het resultaat. Toetsen of de beslissing wel 'klopt', zit er dan niet meer in.

Dus negeren maar, die berekeningen van computers? Ook lastig. Op basis waarvan durven wij de stellen dat wij het wel beter weten? Hoe rechtvaardig je een beslissing als een supercomputer je heeft verteld dat het toch echt anders moet? Dit dilemma zal ons de komende decennia blijven bezighouden. Beslissingen in en over ons level zullen steeds vaker gestoeld zijn op berekeningen van een krachtige microchip. Geen verantwoordelijke meer die je daarop kunt aanspreken.

Zullen mensen daar genoegen mee nemen? Ik betwijfel het. Maar er zullen ook geen klungelige robots op straat lopen die het doelwit van hun onmacht en woede kunnen worden. Een fysieke opstand van mensen tegen overheersende robots - zo vaak al geschetst in scifi boeken en films - zal het antwoord niet zijn. De menselijke maat behouden als de robotrevolutie onzichtbaar is, wordt nog een hele opgave.