Wat we van vissen kunnen leren over seksualiteit en relaties? Best veel, volgens schrijver Nikki Dekker. In haar debuut Diepdiepblauw wisselt ze moeiteloos tussen passages over vissen en scenes uit het leven van een jonge vrouw die op zoek is naar haar identiteit en seksualiteit. We spreken haar over opgroeien als queer en haar fascinatie voor het leven onder water.

Toen schrijver en radiomaker Nikki Dekker in het voorjaar van 2021 bezig was met haar debuutroman Diepdiepblauw, stonden er twee schermen op haar bureau: één met een Word-document en één met een livestream van de visdeurbel. Inderdaad, een deurbel voor vissen, bij de sluis op de Weerdsingel in Utrecht. In de zomer liften de vissen probleemloos mee met de bootjes die door de sluis gaan, maar in het voorjaar, wanneer ze migreren om zich voort te planten, komen ze vast te zitten. Toen de stadsecoloog zag hoe ze voor de sluis door vogels uit het water werden gepikt, besloot hij een camera op te hangen en een livestream uit te zenden. Zie je een vis, dan druk je op de bel en krijgt de sluiswachter een seintje om de sluis te openen. Het werd een enorme hit. "Het was een heel rustig beeld. Je ziet niks, totdat er in je ooghoek iets beweegt en je denkt, hé, een baars!"

Een heel toepasselijk beeld, want voor haar boek dompelde Dekker zich onder in de wonderlijke wereld van onderwaterdieren. Zoals het anemoonvisje, dat ­– en dat zie je niet in Finding Nemo – van geslacht kan veranderen, zodat het zich voort kan blijven planten. Na de dood van Nemo’s moeder zou zijn achtergebleven vader in een vrouwtje veranderen, zodat Nemo met zijn voormalige vader zou kunnen paren. Of de blobvis, die werd uitgeroepen tot het lelijkste dier ter wereld. Terwijl hij er in het diepst van de zee uitziet als een mooie zeppelin en pas onderweg naar boven implodeert tot een vormeloze blob. In de roman worden de visverhalen afgewisseld met scenes uit het leven van een opgroeiende naamloze verteller, die op zoek gaat naar haar vrouwelijke identiteit, ontdekt dat ze biseksueel is en verschillende relaties aangaat met zowel mannen als vrouwen, soms polyamoreus, soms platonisch, soms seksueel.

Wanneer bedacht je dat queer zijn en vissen iets met elkaar te maken hebben?

"Dat was al voordat het boek er was, in 2018 ofzo. Ik dacht, daar zit wat in, vissen en seksualiteit, maar het duurde lang voordat ik wist wat dat precies was. Het gaat er deels om dat het allebei tussencategorieën zijn. Vissen zijn weliswaar dieren, maar we zien ze niet als volledige dieren. Zie alle vegetariërs die wel vis eten. En biseksuelen zijn queer, maar ook voor de helft hetero. Dus in welk hokje moet je ze plaatsen? Ze hebben allebei iets glibberigs, omdat ze aan elke definitie ontsnappen.

En ze zijn allebei onzichtbaar. Een biseksuele relatie gaat altijd op in hetero of homo, afhankelijk van welke relatie je op dat moment hebt en hoe je door je omgeving wordt gelezen. Vissen zijn de hele tijd onder water, dus tenzij je echt je best doet zie je ze nooit. Behalve op je bord."

De vissen die je beschrijft doen allerlei wonderlijke dingen, waar ik nog nooit van had gehoord. Van geslacht veranderen bijvoorbeeld, of van vorm. Waarom wilde je dat zo graag laten zien?

"Als ik in mijn werk dingen tegenkom waarvan ik denk 'hé, waarom wist ik dat nog niet,' dan is dat meestal een teken dat anderen het ook niet weten. En dat het vreemd is dat we het niet weten. 

Er zijn ontzettend veel dieren die homoseksueel of bi zijn, of in elk geval dat gedrag vertonen. Dat weet je niet, dat leer je niet op school. Als je een natuurdocumentaire ziet, dan gaat het altijd over heterorelaties, over mannetjes die vechten om de aandacht van vrouwtjes en mannetjes die aan het verleiden zijn. Volgens mij worden er ontzettend veel aannames gemaakt in natuurdocumentaires en worden die elke keer maar herhaald. Zoals de mythe dat homoseksualiteit niet natuurlijk zou zijn."

We gebruiken de natuur ook weer om menselijk gedrag te verklaren.

"Ja, en om geweld en uitsluiting te legitimeren. Als het feitelijk onwaar is dat heteroseksualiteit en monogamie in de natuur de norm zijn – sterker nog, die twee zijn eerder de totale uitzondering – dan kun je moeilijk naar de natuur wijzen als verklaring voor jouw beperkte beeld van liefde en seksualiteit."

Zelf ben je ook graag in het water, je zwemt veel buiten (en schreef daar eerder over voor Brainwash). Is dat ook een manier om dichterbij de onderwaterwereld te komen?

"Ik ga niet per se op pad om vissen te zoeken, maar ik vind het wel heel leuk om ze tegen te komen."

Toch is in open water zwemmen een heel andere ervaring dan in het zwembad zwemmen.

"Ja, in het zwembad voel je je als een vis in een aquarium. Je kunt niet in je eigen ritme zwemmen. Nu ik dat zeg, denk ik, oh ja, dat is natuurlijk ook een thema in het boek: je eigen tempo bepalen en kiezen welke kant je op gaat. In het open water is dat heel makkelijk, want je kunt op elk moment beslissen om een raar patroon te zwemmen. In het zwembad moet je heen en weer."

De verteller in de roman doet dat ook, ontdekken welke kant ze op moet. Ook op het vlak van haar seksuele identiteit: ze wordt verliefd op meisjes en op jongens, maar realiseert zich pas laat dat ze biseksueel is. Waarom is dat zo lastig voor haar?

"Ik moet dan meteen denken aan een quote uit de film Appropriate Behavior van de Iraans-Amerikaanse filmmaker Desiree Akhavan: je hebt de mogelijkheid om met mannen te gaan, dus waarom zou je het jezelf moeilijk maken? Dat speelde enorm in de jaren 90 en 00, denk ik. Als puber worstel je al met zoveel dingen, dat je het liefste zo min mogelijk wil opvallen en enigszins ongeschonden je pubertijd probeert door te komen. Dan is het makkelijker om de helft van jezelf weg te schuiven. Als het al de helft is, want dat is ook nog lastig aan biseksueel zijn. Het impliceert een 50-50 verhouding, terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn."

Ze heeft ook weinig voorbeelden om zich aan op te trekken. In de series en films die ze kijkt (Dawson’s Creek en Notting Hill bijvoorbeeld) en de tijdschriften die ze leest (Fancy) is iedereen hartstikke hetero. 

"Ja, je worstelt met onzichtbaarheid. Ik ken nauwelijks biseksuele literatuur, bijvoorbeeld. Andreas Burnier [over wie Dekker een audiodocumentaire maakte, red.] zou je als biseksueel kunnen opvatten, maar die wordt echt als lesbisch gezien. Het enige wat ik heb gevonden is het boek Hot Milk van Deborah Levy, waarin de hoofdpersoon zowel iets met een man als met een vrouw begint. Zelf heb ik dat pas ontdekt toen ik ernaar ging zoeken, een jaar of 5 geleden."

Al die beeldvorming over heteroseksuele seksualiteit en identiteit gaat in het hoofd van de verteller zitten: ze ziet zichzelf als door een cameralens en denkt soms in filmzinnen. Kunnen we representatie zo sterk internaliseren?

"Ik denk dat dat per persoon verschilt, maar popcultuur heeft absoluut een grote invloed op ons leven. Om een voorbeeld te geven: toen ik als student in Barcelona woonde en naar het zwembad ging, was daar één groot douchehok, waar alle vrouwen naakt stonden te douchen. Dat was voor mij als negentienjarige de eerste keer dat ik zoveel verschillende naakte vrouwenlichamen zag, anders dan in porno, speelfilms en bikini-advertenties op billboads. Ik had eigenlijk nog nooit een normaal vrouwenlichaam gezien. Ik zag dunne vrouwen met cellulitis, ik wist niet eens dat dat kon!

Sommige lezers herkennen het ook, die vertelden me dat ze zelf bijna een Manic Pixie Dream Girl [een meisje dat een man helpt gelukkig te worden, red.] wilden worden. Of denk aan wat we doen om vrouw-zijn te belichamen, zoals make-up en hakken dragen. Dat is allemaal buitenkant, in plaats van dat het gaat over autonomie. Als je dit boek leest is het makkelijk om te denken: waarom laat je je zo makkelijk beïnvloeden? Maar de manier waarop anderen jou zien, beïnvloedt direct hoe jij jezelf ziet, hoe je je gaat gedragen en welke vrijheid je voelt. Iedereen die een beetje een marginaal bestaan heeft gekend, weet dat het uitmaakt hoe anderen naar je kijken."

Het maatschappelijke gesprek over queer zijn lijkt wel te verschuiven. 

"Ik denk dat we nog maar aan het begin van de verandering staan. De discussie over genderfluïditeit bijvoorbeeld speelt nog maar een jaar of vijf in Nederland. De mensen die ik ken die trans of non-binair zijn, hebben het daar echt niet altijd makkelijk mee. En dan bedoel ik niet hun interne struggle, maar de maatschappelijke. Je hoeft maar naar de reacties op nu.nl te kijken om te weten hoeveel ruimte het gros van Nederland hun wil geven."

Hoe zouden we het gesprek over seksualiteit en identiteit verder kunnen openbreken?

"Ik denk dat we actief in discussie moeten gaan over hoe je gezien wordt. Ik hoop dat ik dat mijn boek ook een beetje heb gedaan."