Politiek, maatschappij en vooral ook andere ondernemers klaarstomen voor sociaal ondernemerschap. Na het succes van de HUMAN-documentaireserie De Wasstraat, is dat nu de ambitie van sociaal ondernemer Martin Kniest. “Ik denk dat het gelukt is om een verborgen groep zichtbaar te maken. Een groep waar we eerder niet naar omkeken, maar waarvan we nu zien dat het hele waardevolle arbeidskrachten zijn.”

Na de miljoenen kijkers die de vijfdelige serie De Wasstraat trok, de aandacht in bijna alle landelijke dagbladen en optredens in televisietalkshows, is het niet verwonderlijk dat sociaal ondernemer Martin Kniest herkend wordt op straat. Ook ruim anderhalf jaar na de laatste uitzending nog. “Na afloop van die rollercoaster heb ik veertien dagen voor mezelf genomen om te verwerken wat er allemaal was gebeurd en te bedenken wat ik wil. Is de wasstraat de wasstraat en laat ik het daarbij, of heb ik de energie om nog meer mensen verder te helpen?”

De serie geeft een gezicht aan mannen als Patrick, Daan en Abdul, met een afstand tot de arbeidsmarkt. Kniest draait het liever om: niet de mensen hebben een afstand tot de arbeidsmarkt, werkgevers hebben een afstand tot de mensen. “Die afstand wordt gecreëerd door de arbeidsmarkt. Mensen kunnen prima werken, maar je moet iemand wel op waarde inschatten en een plek geven. Dat begint met uitvragen wie iemand is, wat zijn of haar verleden is, wat iemands passies zijn.” Overigens heeft Kniest het ook niet over werknemers als hij het over zijn personeel praat. Hij noemt ze liever ‘mijn jongens’.

"Als je anno 2022 niet begrijpt dat sociaal ondernemen bij je onderneming hoort, dan sla je de plank mis"

Martin Kniest
Je bent inmiddels een soort goeroe van het sociaal ondernemen geworden.

“Ja, dat zegt men wel. Maar overal waar ik de laatste tijd mag komen spreken, en ik spreek op best veel congressen en bijeenkomsten, serveer ik ‘sociaal ondernemen’ ook meteen weer af. Ik zeg: ‘Ik ben ondernemer’. En als je anno 2022 niet begrijpt dat het sociale bij je onderneming hoort, dan sla je de plank mis. Maar inderdaad, in die veertien dagen heb ik besloten een bedrijf op te zetten, Matz Social, waarmee werkgevers help op dezelfde manier te werken als ik. En daar is ook het boek De Wasstraat: Sociaal ondernemen - en net iets meer uit voortgekomen.”

Martin Kniest werkte als dansleraar, horecaman en DJ. Na een faillissement kwam hij in de schuldhulpverlening terecht en verbaasde zich over de traagheid en inefficiëntie van het systeem. Dit stoorde hem zo dat hij besloot een hbo-opleiding schuldhulpverlening te doen.

Zeven jaar geleden besloot hij een wasstraat in Deventer over te nemen. Alles wat hij deed en meemaakte lijkt hier bij elkaar te komen. Hij is psycholoog, vriend, vader, baas en succesvol ondernemer ineen. Inmiddels heeft hij ook Matz Social opgericht, waarmee hij anderen helpt zijn manier van werken toe te passen.

Wat is het doel van het boek?

“Mijn manier van werken kun je alleen in je eigen omgeving doen. In mijn geval in Deventer, Zutphen en Apeldoorn, omdat ik hier de werkgevers, wethouders en burgemeesters ken. In Amersfoort zou me dat niet lukken, omdat ik die omgeving niet goed genoeg ken. Met het boek hoop ik mensen te enthousiasmeren in hun eigen omgeving aan de slag te gaan. Daarnaast staan ook de verhalen van de jongens erin en mijn eigen verhaal. Want mensen vragen me vaak waarom ik dit ben gaan doen.”

Waarom is dat?

“Ik heb mijn hele leven met mensen gewerkt, in de horeca, de detailhandel, in de verzekeringen, maar ik heb nooit doorgehad dat dat mijn roeping is – werken met mensen. Op een punt in mijn leven was ik eigenaar van een discotheek en die ging failliet. Ik had niets meer, woonde antikraak en moest elke dag mijn geld tellen om eten te kunnen kopen. Ik was alleen en op mezelf aangewezen, er was niemand om mij te helpen. Ik weet nog zo goed dat ik bij de gemeente kwam om hulp te vragen, maar dat ik te horen kreeg dat ik eerst zelf de boel op de rit moest krijgen. ‘Maar dat lukt me niet,’ zei ik. Toen ik weer in een stabiele situatie verkeerde, wilde ik mensen gaan helpen die hetzelfde doormaakten als ik. Ik ben als vrijwilliger aan de slag gegaan bij gezinnen met schuldenproblematiek. En dat helpen ben ik altijd blijven doen.”

Sociaal ondernemen vraagt om meer zijn dan een baas, je bent soms ook een vriend, broer, of vader, heb je wel eens gezegd.

“Dat zijn geen rollen die je kunt spelen. Deze manier van werken vergt oprechtheid, eerlijkheid, zorgen voor, maar ook het scheppen van duidelijkheid. Mijn jongens komen ook met hun financiële of relationele problemen bij mij. Tegelijk ben ik werkgever en heb ik een business te runnen, moet ik streng zijn en kaders stellen. Dat met elkaar verweven, de schouder zijn, het luisterend oor én stappen met elkaar zetten op het werk en in het leven, dat is wat wij elke dag doen.”

Dat kan niet iedereen, denk ik?

“Ik maak wel mee dat mensen die in de financiële wereld of in de ICT werken een opleiding social work gaan doen, omdat ze denken dat dit ‘de toekomst is’. Maar dat sociale, het luisterend oor zijn, het geduld hebben, dat moet in je zitten. Toen ik startte met de wasstraat heb ik tegen mezelf gezegd dat ik zal moeten accepteren dat ik elke dag dezelfde dingen tegen dezelfde mensen zeg. En dat is tot op heden ook zo geweest. De andere kant is dat ik denk dat er veel mensen zijn die dat in hun DNA hebben, alleen hebben ze dat zelf nog niet ontdekt.”

Sociaal ondernemen ís ook de toekomst, zeg jij ook.

“Dat denk ik wel. Kijk naar de krapte op de arbeidsmarkt. Kijk naar de ongeveer 160.000 mensen in azc’s, die dolgraag willen werken, maar door wetgeving niet aan de slag kunnen. Kijk naar de jongeren, wiens mentaliteit compleet veranderd is sinds corona. Ik wil ze niet allemaal over een kam scheren, maar die richten het werk in op leven. Vroeger richtte je het leven in op werken. Die groepen moeten dadelijk wel de arbeidsmarkt op. Dat vergt begeleiding en daar moet je je bedrijf op inrichten.

Ondernemen vraagt veel meer dan alleen ondernemer zijn met personeel. Degenen die alleen dat laatste doen, die gaan het de komende jaren niet meer redden. Schiphol is een mooi voorbeeld. Dat is een fiasco geworden omdat ze niet om hun personeel gaven. Mensen kregen geen contract, hadden geen binding met het bedrijf. Waarom heb ik geen personele problemen bij mijn bedrijven? Omdat mensen zich gewaardeerd en thuis voelen en omdat het een veilige haven is.”

Schiphol is ook het soort bedrijf dat arbeid als kostenpost ziet.

“Je hoort ondernemers wel zeggen dat personeel de grootste kostenpost van hun bedrijf is. Ik zie dat anders. Volgens mij is je personeel het bestaansrecht van je bedrijf. Als jij je personeel niet had gehad, dan ook niet je bedrijf. Hopelijk komt nu dat inzicht.”

De Wasstraat laat ook zien dat wet- en regelgeving het niet altijd makkelijk maken.

“Nederland is klaar voor sociaal ondernemerschap. Wel moeten er nog politieke besluiten genomen worden waardoor het meer kan. Je ziet dat werkgevers wel willen, maar beperkt worden door regels en kaders. Ik denk dat het tijd is om die regelgeving opnieuw te ijken, omdat de huidige werkvloer en maatschappij om meer vragen dan een aantal regels die ooit bedacht zijn.”

Patrick werkt al ruim 15 jaar in de wasstraat.

Kun je daar een voorbeeld van geven?

“Kijk naar Patrick. Hij is net 50 jaar oud geworden en werkt bij mij in de wasstraat. Dat is zwaar werk, waardoor zijn lijf versleten is. We hebben een arbeidskundig onderzoek laten doen en daar komt binnenkort waarschijnlijk uit dat Patrick voor een deel afgekeurd zal worden. Ik weet dat als ik Patrick nu laat vallen, de kans groot is dat hij nergens meer aan de bak komt. En dus wil ik een functie creëren voor hem, voor een aantal uur per week, die er nu nog niet is, en waarmee we zorgen dat Patrick niet uit het proces valt en thuis op de bank komt te zitten.

Ik ben naar het UWV gegaan om te overleggen of we tot een oplossing kunnen komen. Ik kreeg te horen dat dat niet kan, omdat het UWV pas aan de slag gaat als Patrick officieel bij hen binnenkomt, dus tegen het einde van het jaar, als hij afgekeurd is. Nu loopt Patrick al maandenlang depressief rond omdat hij geen uitsluitsel krijgt en denkt dat het in december klaar is. En dat omdat een instantie niet in staat is om buiten de kaders te denken. En zoals Patrick zijn er duizenden anderen.”

Is de politieke wil er om daar iets aan te veranderen?

“Gelukkig heb ik een goede vriendin hier in Deventer die behoorlijk van zich laat horen in de Tweede Kamer: Caroline van der Plas. Zij vraagt mij haar te voeden met de informatie die ze nodig heeft om met dit onderwerp aan de slag te gaan. Maar je moet ook de partijen, het UWV, de gemeentes meekrijgen. Er is een hele weg te bewandelen en ik heb me voorgenomen dat te gaan doen.”

Houd je dan wel tijd over voor de wasstraat?

“Ik kom er elke dag. Tijdens de veertien dagen waarin ik mezelf moest herpakken ben ik weinig in de wasstraat geweest en ik merkte dat ik daar niet gelukkig van werd. Belangrijker: ik merkte dat de jongens het contact ook misten. Toen wist ik: de wasstraat is de basis en van daaruit kan ik al het andere doen wat ik ook doe.”

Onder vrienden van HUMAN verloten we vijf exemplaren van De Wasstraat: Sociaal ondernemen - en net iets meer. Kans maken op het boek? Reageer dan voor 22 september via deze link