Vandaag is het Keti Koti, de herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij in 1863. Voor Mercedes Zandwijken en Machiel Keestra is dat vooral een dag om in gesprek te gaan over de doorwerking van de slavernijgeschiedenis in het heden. Samen organiseren ze al tien jaar de Keti Koti Dialoog Tafel, een maaltijd omgeven met nieuwe rituelen en een dialoog. "Er ontstaat een verbinding die eerder niet bestond."

Je smeert elkaars polsen in met kokosolie, luistert naar een 400 jaar oud lied dat slaafgemaakten zongen op de plantage en gaat in gesprek met een persoon van een andere kleur over alledaags racisme, discriminatie en uitsluiting. Het gebeurt allemaal tijdens de Keti Koti Tafel, een maaltijd met nieuwe rituelen en een gestructureerde dialoog die Mercedes Zandwijken, uit een Surinaamse familie, en Machiel Keestra, met een Joodse achtergrond, tien jaar geleden samen ontwikkelden. Het is hun manier om mensen (van alle kleuren, benadrukken ze) gezamenlijk stil te laten staan bij de gevolgen van het gedeelde slavernijverleden. Want die zijn nog altijd voelbaar.

Steeds weer zijn ze geraakt door wat de deelnemers aan de Keti Koti Tafel met elkaar en met de groep delen. "Van de week deed een PhD-student mee die een soort wake-up-call had," vertelt Zandwijken. "Hij moest tot zijn afschuw bekennen dat hij nog nooit heeft durven uitspreken dat hij op zeer regelmatige basis racisme en discriminatie meemaakt. Na afloop schreef hij: This is individual and collective healing simultaneously." Ook op witte mensen maakt de tafel vaak een grote indruk. Meedoen kan een stap zijn naar erkenning van de sporen van de slavernij, volgens Keestra en Zandwijken. "Ze vallen stil en er komt empathie op gang die zorgt voor een verbinding die eerder niet bestond."

De slavernij werd officieel afgeschaft 1863, maar omdat voormalig slaafgemaakten nog tien jaar gedwongen door moesten werken, wordt door veel mensen als jaartal 1873 aangehouden.

"Tijdens de slavernijherdenking rook ik de geur van de barbecue al. Ik had heel sterk het gevoel dat er tussen de herdenking en het festival nog iets ontbrak, een gesprek tussen wit en zwart."

Mercedes Zandwijken
Staan jullie altijd al op 1 juli stil bij het slavernijverleden?

Mercedes Zandwijken: "Ik ben eigenlijk pas Keti Koti gaan vieren toen ik bij Machiel thuis zag hoe de Joden de Sedertafel vieren waarmee ze jaarlijks de uittocht van het Joodse volk uit Egypte herdenken."

Machiel Keestra: "Sederavond is een belangrijk moment in de Joodse kalender en speelt een grote rol in het Joodse bewustzijn. Elke Sabbat wordt er wel stilgestaan bij de bevrijding van de Joden uit 'het slavenhuis in Egypte'. Dat is drieduizend jaar geleden en er is geen evident historisch bewijs van de slavernij ten tijden van het Faraonisch Egypte, maar de reflectie op en gesprekken over religieuze en culturele vrijheid zijn belangrijk in het Jodendom."

MZ: "Wow, dacht ik, zo kun je stilstaan bij de geschiedenis en reflecteren op vrijheid en onvrijheid. En bijvoorbeeld ook gerechten eten die bij de geschiedenis horen en liederen zingen die ernaar verwijzen. Thuis spraken we niet eens over de slavernij."

MK: "Het is opmerkelijk dat de slavernij in Surinaamse families een verzwegen onderwerp was. Dat laat zich wel vergelijken met Joodse families waarin de Holocaust en het leed van mensen in de kampen lang taboe was. Dat leed is vaak ook pas boven water gekomen omdat nieuwe generaties erover wilden weten."

Mercedes Zandwijken is de drijvende kracht achter stichting Keti Koti Tafel. Ze organiseert zelf tafels en traint anderen in het organiseren en faciliteren ervan. Daarnaast is ze in opdracht van de gemeente Den Haag Kwartiermaker voor het Haags herdenkingscomité voor het koloniaal- en slavernijverleden.

Machiel Keestra is mede-initiatiefnemer van het concept van de Keti Koti Tafel en facilitator van dialoogtafels. Hij is Central Diversity Officer van de Universiteit van Amsterdam en tevens als filosoof verbonden aan de het Instituut voor Interdisciplinaire Studies van de UvA.

Stilstaan bij het slavernijverleden betekent voor jullie ook stilstaan bij de doorwerking ervan. Hoe zien jullie die?

MZ: "De doorwerking is bij zwart nog heel ernstig. Zeker als zwarte man maak je vervelende dingen mee op het gebied van discriminatie en racisme. We hebben allerlei coping-mechanismen, bijvoorbeeld heel erg je best doen, alles wat wit is omarmen en je eigen identiteit achterwege laten. Ook al heb je de hele dag te maken met zogenaamde grapjes en discriminerende situaties."

MK: "Ik ben wetenschapsfilosoof en schreef een artikel over transgenerationeel trauma, waarvoor veel aandacht is in Holocauststudies. Je ziet dat trauma terug in zwijgzaamheid, in dysfunctionele patronen zoals onbereikbare ouders of in onverklaarbare gewelddadige uitspattingen. In een post-slavernijcontext, bij Afro-Amerikaanse gezinnen, zie je dat ook, maar daar is heel weinig onderzoek naar gedaan. Je zou kunnen zeggen dat de slavernij veel langer geleden is, maar uit onderzoek blijkt dat transgenerationeel trauma juist weer gereactiveerd kan worden door racistische gebeurtenissen zoals de moord op George Floyd."

Wanneer besloten jullie de Keti Koti Tafel te organiseren?

MZ: "Toen ik voor het eerst aanwezig was bij de slavernijherdenking zag ik alleen maar Surinamers. Ik dacht: Maar dit gaat toch de hele samenleving aan, hier moeten toch witte Nederlanders bij betrokken worden? Tijdens de herdenking rook ik de geur van de barbecue al en hoorde ik de soundcheck voor het festival. Ik had heel sterk het gevoel dat er tussen de herdenking en het festival nog iets ontbrak, een gesprek tussen wit en zwart."

Dat werd de Keti Koti Tafel.

MZ: "Ja, de Sedertafel bij Machiel was de inspiratie voor een tafel met nieuwe rituelen. We beginnen met een plengoffer waarmee voorouders van over de hele wereld worden geëerd, daarna is er een welkomstlied dat op plantages werd gezonden. Dan volgt een ritueel waarbij zwart en wit elkaars polsen insmeren met een beetje kokosolie, wat symbool staat voor het wegwrijven van de pijn uit het verleden dat door velen nog gevoeld wordt in het heden. We kauwen ook op kwasi bita, een stukje hout dat heel bitter is en symbool staat voor de bittere smaak van het slavernijverleden."

MK: "De gerechten die gegeten worden verwijzen naar het voedsel dat slaafgemaakten destijds zouden kunnen eten. Het zijn simpele maar voedzame gerechten met bijvoorbeeld cassave en zoete aardappel. We eten ook pindasoep, die natuurlijk verwijst naar de aardnoten van Suriname. Ook bij de Seder-tafel verwijzen de gerechten naar de geschiedenis, zoals naar het metselen van de piramides. Je eet dan een soort zoete specie gemaakt uit appel, noten en rozijnen en het bittere kruid (mierikswortel, red.) om de tranen van destijds weer op te roepen."

Keti Koti Tafel tijdens Musea Bekennen Kleur. (Foto: Paco Núñez)

Waarom zijn die rituelen zo belangrijk?

MK: "Ik verwijs weleens naar het boekje Religie voor atheïsten van Alain de Botton, waarin hij schrijft dat we in onze geseculariseerde samenleving instrumenten missen om de jaar- of levenskalender te markeren, zoals religieuze festivals. Door middel van rituelen maak je van de bijeenkomst een heel bijzonder en betekenisvol moment, waardoor mensen in het gesprek dingen met wildvreemden delen die ze nooit eerder deelden."

MZ: "Dat we zoveel uit de kast hebben gehaald – een koor, een driegangenmenu, rituelen, een dialoogmethode – heeft er ook mee te maken dat ik probeerde om witte Nederlanders met weinig interesse in ons verhaal toch aan tafel te krijgen."

Is Keti Koti niet vooral belangrijk voor nazaten van slaafgemaakten om hun voorouders te eren?

MK: "Voor ons allemaal, ongeacht wie onze voorouders waren, geldt dat wij te maken hebben met het culturele archief van de koloniale en slavernijgeschiedenis. Met die term verwijzen Gloria Wekker en Edward Saïd naar het geheel van houdingen, stereotypen, associaties en racisme die verwijzen naar dat verleden. Dat culturele archief is niet opgehouden met de afschaffing van de slavernij in 1863. Het is belangrijk voor ons allemaal om ons daar bewust van te worden."

Er is nu een campagne aan de gang om van 1 juli een nationale vrije dag te maken. Is dat inderdaad een goed idee, of is er ook een risico dat de betekenis van de dag daarmee misschien vervaagt?

MK: "Ik denk niet dat de dag devalueert als die groter wordt. Als je kijkt naar 4 en 5 mei, zie je dat er de laatste jaren juist veel aandacht voor is."

MZ: "Ik vind het wel heel belangrijk dat dit soort herdenkingsactiviteiten goed wordt georganiseerd, door wit en zwart samen. Als witte organisaties zoiets op hun eigen houtje doen is er het gevaar mensen te beschadigen en uitsluiting te herhalen."

Er is steeds meer aandacht voor de herdenking van de slavernij en erkenning voor de doorwerking ervan. Toch is dat nog niet vanzelfsprekend. Zie bijvoorbeeld de excuses voor het slavernijverleden: burgemeester Halsema bood excuses aan voor de rol van Amsterdam in de slavernij, maar Rutte zal dit jaar geen excuses aanbieden. Voor de herdenking is al jaren geen structurele subsidie. Hoe zien jullie de toekomst van Keti Koti?

MZ: "Amsterdam heeft excuses gemaakt, maar er is geen plan van aanpak om systemische ongelijkheid te adresseren. Er is bijvoorbeeld geen watch dog die erop let of kinderen niet ondergeadviseerd worden op school, of een instelling waar zwarte mensen terechtkunnen die depressief of getraumatiseerd zijn door alledaags racisme."

MK: "Tegelijkertijd zou ik er wel een wedje om durven legen dat 1 juli over tien jaar inderdaad een vrije dag is. De belangstelling voor de herdenking van deze geschiedenis neemt toe, maar de overheid is absoluut geen voorloper. Wat ons betreft maken excuses onderdeel uit van een heel proces. Dat bestaat niet alleen uit een dialoog waarin we met elkaar onderzoeken wat er is gebeurd en welke morele grenzen zijn overschreden. Maar ook uit stappen waarmee je duidelijk maakt dat het zich niet mag herhalen in bijvoorbeeld institutioneel racisme en waarmee je verantwoordelijkheid neemt voor het onrecht uit het verleden waarbij je – bijvoorbeeld als overheid – betrokken was."

MZ: "Als Kwartiermaker bij het herdenkingscomité voor het Haags slavernij- en koloniaal verleden heb ik gezien dat herdenken voor een nieuwe generatie niet bestaat uit een minuut stilte of een kranslegging. Het gaat hen om het herstellen van rechtvaardigheid en van de relatie tussen zwarte en witte Nederlanders. Internationaal is dat een veel toegepaste methode, die restorative justice wordt genoemd.

Mijn missie is geslaagd als er op 1 juli bij wijze van spreken overal op straat bakjes met kokosolie staan en iedereen naarstig op zoek gaat naar iemand van een andere kleur om het kokosolieritueel mee te doen en een gesprek te voeren over de omgang met het verleden. Als er daarmee bewustwording ontstaat over systemische ongelijkheid en plannen worden gemaakt én uitgevoerd om die te addresseren."