Vrouwenseks is niet makkelijk, dat wordt ons al vroeg aangeleerd. Op school krijgen we te horen dat vrijwel alle jongens masturberen terwijl meisjes dat 'soms ook doen'. Zo wordt benadrukt dat wij de seksuele uitzondering zijn.
Onze anatomie lijkt een mysterie – de clitoris werd pas in 1998 'ontdekt'. Wetenschappers hadden toen pas door dat het geen klein knopje is, maar een orgaan vol zwellichamen dat zo'n 9 tot 11 centimeter lang is. Onze orgasmes schijnen al evenzeer raadselachtig te zijn. Onderling zijn vrouwen het er niet over eens of er een verschil bestaat tussen vaginaal en clitoraal klaarkomen. Dat laatste vond Freud maar niks: zulke orgasmes waren onvolwassen. Echte seks is met een piemel erin en eruit.
Lesbiennes hebben veel betere seks dan heterovrouwen. Ze komen vaker klaar en sexy time duurt maar liefst twintig minuten langer. Als het aan veel hetero's ligt, hebben lesbiennes overigens nooit seks. Niet omdat ze daar tegen zijn, maar omdat hun ideeën over wat telt als seks nogal penis- en penetratiegericht zijn. Die penis is helemaal geen goede orgasmemaker, maar ja, heteroseks draait nu eenmaal om zijn plezier.
Er is van alles mis met die focus op coïtus. Vaginale penetratie is maar één mogelijkheid om 'het' te doen. Er is geen enkele reden waarom dat steeds de hoofdmaaltijd moet zijn. Daarnaast is er van alles mis met de focus op het orgasme. Doorgaans is het seksen afgelopen als hij is klaargekomen. Het mannenorgasme is dan zowel essentieel voor seks als onvermijdelijk bij seks, terwijl het vrouwelijk orgasme een soort bonus is die mooi is meegenomen. Een extra cadeautje.
De tekst gaat verder onder de foto.